- 4 - RAADSVOORSTEL vervolg 330 De dienst wil meer doorzichtig zijn voor burgers. Afspraken dienen eenvoudig en helder te zijn. Subsidieregels behoren burgers niet te belemmeren in hun activiteiten, maar juist daartoe stimuleren. Als uitgangspunten zijn daarom gekozen: 1) Het nieuwe systeem moet eenvoudig zijn, zowel voor de aanvrager als voor de gemeente. Ambtelijke capaciteit moet niet weglekken naar de uitvoering van ingewikkelde regelingen en het begeleiden van burgers daarbij. 2) Het nieuwe systeem moet duidelijk zijn. D.w.z.: zo weinig mogelijk uitzonderingen. Duidelijkheid over hoogte subsidiebedrag, verantwoording en toetsing van prestaties. 3) Het nieuwe systeem moet aansluiten bij de ontwikkelingen t.a.v. budgetsubsidiëring. Bij voorkeur moet er een direct verband bestaan tussen prestatie en subsidie (outputsubsi- diëring) 4) Doelstellingen van gemeentelijk beleid moeten tot uiting komen in het subsidiebeleid. 5) Er moet optimale bestedingsvrijheid voor de instellingen zijn. Optimaal houdt in dit geval in dat de groepen/instel lingen vrij zijn in de verdeling van het geld over de verschillende kostenposten. Wat betreft het doel van de besteding: bij de keuze van de activiteiten die uitgevoerd worden zijn de groepen/instellingen gebonden aan hun door de gemeente goedgekeurde werkplan. 6) Het nieuwe systeem moet automatiseerbaar zijn. 7) De invoering van de nieuwe regeling moet per deelterrein budgettair neutraal verlopen, d.w.z. passen binnen de daarvoor beschikbare budgetten op de begroting van de dienst Welzijn. 2. De subsidiemethodiek Voorgesteld wordt om een systeem van budgetsubsidiëring te gaan toepassen. Bij activiteitensubsidies binnen het sociaal-cultu reel werk is het subsidiebedrag altijd lager dan de werkelijke kosten. Van de aanvragers wordt verwacht dat zij zelf inkomsten verwerven. De subsidie kan dan ook gezien worden als blijk van waardering voor het werk dat vrijwilligers verrichten om het voorzieningeniveau in het sociaal-cultureel werk in stand te houden Tot nu toe wordt overwegend gesubsidieerd in het tekort per kostensoort. Dit brengt veel financiële controle met zich mee en is geen stimulans voor de organisaties om zoveel mogelijk eigen inkomsten te verwerven. Bij budgetfinanciering krijgen de groepen meer mogelijkheden om zo efficiënt mogelijk met de middelen om te gaan en is er een sterke stimulans om eigen inkomsten te verwerven. Ambtelijke capaciteit kan dan minder op de financiële aspecten gericht zijn en meer op de inhoudelijke. Daarnaast wordt voorgesteld om te kiezen voor een systeem waarbij zoveel mogelijk het subsidiebedrag gerelateerd is aan de prestaties. Dat maakt de regeling eenvoudig en overzichtelijk. De gesubsidieerde groepen weten dan waar zij aan toe zijn en er

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 3369