- 2 -
RAADSVOORSTEL vervolg /339
b. afhankelijk van de onderhandelingsresultaten voor het
tweede halfjaar 1992 de benodigde post(en) op de begroting
van de dienst openbare werken op te voeren;
6. a. voor de dekking van de kosten voortvloeiende uit 5a aan te
wenden de volgende middelen:
1. het restant van de stelpost knelpunten
stadsschouwburg/Nota Volkshuisvesting 8.300,00
2. de budget-egalisatie-reserve woning
toewijzing 87.000,00
3. de saldi-reserve (algemene middelen) f 115.700,00
totaal 211.000,00
b. voor de dekking van de kosten voortvloeiende uit 5b aan te
wenden
het restant budget 1992 SWB en Woonruimtewet na aftrek van
350.000,00 ten behoeve van personeelsuitbreiding
afdeling volkshuisvesting, zijnde 71.970,00, plus zono
dig een eenmalige ophoging ten laste van de posten "res
tant toekenning claim kadernota 1992 ad 190.000,00" en
de "claim wonen ad 63.733,00".
7. het college zorg te laten dragen voor te nemen maatregelen in
het kader van de personele consequenties als gevolg van:
het buiten werking laten stellen van de Woonruimtewet;
het invoeren van een herziene verdelingssystematiek;
8. definitieve voorstellen met betrekking tot de aanpas
sing/vereen
voudiging van de verdelingsregels alsmede de benodigde
uitvoeringsvoorstellen voor de invoering van een herzien ver
delingssysteem af te wachten.
9. in verband met het bepaalde onder 5 a en b de begroting van
de dienst openbare werken en de concernbegroting, beide voor
het jaar 1992 voor het eerste halfjaar nu en voor het tweede
halfjaar later, te wijzigen overeenkomstig de daartoe strek
kende besluiten.
MOTIVERING/TOELICHTING
Het advies van de werkgroep strookt met de beleidslijnen ten
aanzien van de woonruimteverdeling zoals die zijn vastgesteld in
de Nota Volkshuisvesting. Eén van de belangrijkste uitgangspun
ten voor het toekomstige woonruimteverdelingsbeleid uit de Nota
Volkshuisvesting is letterlijk als uitgangspunt in de notitie
van de werkgroep overgenomen. Het betreft hier taakstelling 26
uit de nota waarbij de gemeente zich verantwoordelijk acht voor
de vaststelling, toetsing en bijstelling van het woonruimtever
delingsbeleid en de woningeigenaren verantwoordelijk worden ge
steld voor de uitvoering van dit beleid.