RAADSVOORSTEL vervolg 339
Overleg met de woningbouwverenigingen heeft plaatsgehad in de
vorm van de genoemde werkgroep en in het regulier beleidsoverleg
gemeente-woningbouwverenigingen. Het advies van de werkgroep kan
worden beschouwd als het resultaat van dit overleg.
Met de grote particuliere verhuurders heeft eveneens overleg
plaatsgevonden. Voor bestuurlijke deelname aan de SWB bestaat
bij hen geen belangstelling. De afspraken ten aanzien van de
woningtoewijzing waartoe de particuliere verhuurders bereid
zijn, vindt u in een bijlage bij dit raadsvoorstel.
Het accent bij deze afspraken ligt op het realiseren van een
bepaalde relatie huur/inkomen. Middelen daartoe zijn het toe
passen van norm huur/inkomen bij de toewijzing van huurwoningen
beneden de 600,00 en het in principe voorkomen van toewijzin
gen waarbij meer dan 250,00 aan huursubsidie moet worden toe
gekend. Daarnaast is er bij de afspraken duidelijk aandacht voor
het achteraf kunnen beoordelen hoe er is toegewezen en het gene
reren van beleidsinformatie.
Kan uw raad instemmen met de hiervoor aangegeven en te maken
afspraken met de verhuurders (afspraken met de woningbouwvereni
gingen conform de lijnen van de notitie en afspraken met de gro
te particuliere verhuurders conform de bijlage), dan zal een
concept-overeenkomst met de woningbouwverenigingen in genoemde
zin worden opgesteld en ter goedkeuring aan uw raad worden voor
gelegd; ten aanzien van afspraken met de particuliere verhuur
ders is nog niet duidelijk in welke vorm deze dient te worden
gegoten (een overeenkomst of een gentlemen's agreement)
Ad 2 De financiële verhoudingen en de financiële dekking.
Hierop wordt ingegaan onder CONSEQUENTIES.
Ad 3 De personele consequenties als gevolg van punt 1 (Het bui
ten werking laten stellen van de Woonruimtewet) en de personele
consequenties als gevolg van een gewijzigde verdelingssystema-
tiek.
Ook hierop wordt ingegaan onder CONSEQUENTIES.
ad 4 t/m 7 Wanneer uw raad instemt met de hoofdlijnen voor het
woonruimteverdelingsbeleid zoals neergelegd in de notitie, dan
zal voor punt 4 nog een voorstel moeten worden opgesteld, en
voor de punten 5 t/m 7 een uitvoeringsvoorstel moeten worden
ontwikkeld. De werkgroep stelt in deze voor hierbij eenzelfde
werkwijze te volgen als bij de totstandkoming van de notitie
"Woonruimteverdeling in de jaren negentig". Dat wil zeggen een
werkgroep in het leven te roepen met vertegenwoordigers van de
woningbouwverenigingen en de gemeente die hiervoor binnen een
bepaalde termijn voorstellen ontwikkelt.