Volgens de wet-AROB dient op een bezwaarschrift binnen 2, uiter
lijk 3 maanden een beslissing te worden genomen. In de praktijk
wordt die termijn, niet alleen in Breda maar ook elders, zelden
gehaald. Ten aanzien van beroepschriften is in de Eredase veror
deningen een afhandelingstermijn van 3, uiterlijk 5 maanden op
genomen. Ook die termijn wordt doorgaans overschreden. In de Al
gemene wet bestuursrecht, die binnen afzienbare tijd in werking
treedt, worden de afhandelingstermijnen voor zowel bezwaar- als
beroepschriften gestandaardiseerd en gesteld op 10, maximaal 14
weken. Voor bezwaarschriften brengt dat nauwelijks een wijziging
met zich mee, voor beroepschriften wel. De centrale wetgever
stelt aldus nog zwaardere eisen dan thans aan een snelle afhan
deling
Mede met het oog daarop zal er een extra inspanning geleverd
moeten worden om de gemiddelde afhandelingstermijn nog verder
omlaag te brengen. Wij hebben de verwachting dat de voor 1990
gesignaleerde gunstige ontwikkeling zich verder zal doorzetten.
Dit kan mede worden beïnvloed door in de tot nu toe gebruikelij
ke werkwijze enige wijziging aan te brengen:
- tot op heden werden zaken in behandeling genomen in volgorde
van binnenkomst. Dat heeft tot gevolg gehad dat betrekkelijk
eenvoudige zaken, die derhalve ook binnen betrekkelijk korte
tijd hadden kunnen worden afgehandeld, op hun beurt moesten
wachten. Die chronologische werkwijze zal in die zin worden
aangepast, dat eenvoudig af te handelen zaken eerder dan thans
op de rol worden geplaatst. De gemiddelde afhandelingstermijn
zal daardoor in gunstige zin worden beïnvloed.
- bij de "intake" van bezwaar- en beroepschriften zal de comple
te behandelingsprocedure, met inachtneming van de wettelijke
behandelingstermijn en teruggerekend vanaf het moment dat
uiterlijk dient te zijn beslist, worden gepland. Door een
systeem van procesbewaking zal er zoveel mogelijk naar worden
gestreefd om overeenkomstig die planning te handelen. Tussen
tijds, derhalve buiten de reguliere maandelijkse vergaderingen
om, zullen extra commissievergaderingen worden gehouden. De
planning wordt daarvoor bepalend.
5.10 evaluatiepuntzeefwerking
Een van de doelstellingen bij de instelling van de commissie
was, om de zeef- of filterwerking zo hoog mogelijk te laten
zijn. Hiermee wordt bedoeld het streven om de zogenaamde voor
procedure - voorafgaand aan een eventuele beroepsprocedure bij
de Afdeling rechtspraak van de Raad van State - met zoveel waar
borgen te omgeven dat het aantal beroepzaken bij de Raad van
State tegen de op een bezwaar- of beroepschrift genomen beslis
singen zo laag mogelijk wordt gehouden.
Voor zover ons bekend, is van de 98 tot nu toe na advies van de
commissie genomen beslissingen in 9 gevallen beroep ingesteld
bij de Afdeling rechtspraak. In 2 gevallen is inmiddels uit
spraak gedaan. In beide zaken kwam het niet tot een inhoudelijke
beoordeling omdat appellanten niet-ontvankelijk werden verklaard
wegens het niet-voldoen van het verschuldigde griffierecht. We
kennen slechts 9 gevallen maar waarschijnlijk zijn het er enkele
- 16 -