- 3 -
RAADSVOORSTEL vervolg 342
b. het centraal stedelijk gebied
Het ontwerp-streekplan gaat voor elke stadsregio uit van een
centraal stedelijk gebied, dat ruimte biedt aan de stedelijke
expansie. De begrenzing is zodanig ruim gekozen dat daarbinnen
nog diverse verstedelijkingsmodellen mogelijk zijn. De provincie
dient in het streekplan voorwaarden te scheppen, die de gemeen
ten in de stadsregio's in staat stellen om hun taak op het
terrein van de verstedelijking waar te kunnen maken. Een goede
ruimtelijke inrichting van de stadsregio's is een van de voor
waarden.
Voor de stadsregio Breda dient het uitwerkingsplan, dat een
planningshorizon van 15 jaar heeft, additionele ruimte te
bevatten voor ca. 42 0 ha woningbouwterrein, ca. 320 ha bedrij
ven- terreinen en extra ruimte voor versterkte economische
ontwikkelingen in verband met de ligging van het regionaal
knooppunt Breda tussen Rotterdam en Antwerpen, aldus het ont-
werp-plan.
Wij vinden dat het centraal stedelijk gebied, zoals dat in het
ontwerp-streekplan is aangegeven, onvoldoende ruimte biedt voor
genoemde stedelijke expansie. Er is onvoldoende rekening gehou
den met de mogelijkheid van diverse verstedelijkingsmodellen,
noch met de economische structuur van het gebied en de bruto
ruimtebehoefte als gevolg van het behoud van bestaande elemen
ten, zoals landschappelijke of ecologische elementen, en ruimte
voor bijkomende voorzieningen. Het aangegeven centraal stedelijk
gebied is met name direct rond Breda zodanig beperkend aangege
ven, dat daar vrijwel geen stedelijke uitbreiding van betekenis
mogelijk zou zijn. Uit het oogpunt van beperking van de mobili
teit en het gebruik maken van de economische potenties rond de
hoofdkern van de stadsregio is een dergelijke benadering onge
wenst. Het leidt tot een ongewenste aantasting van de positie
van Breda als "trekker" van de stadsregio. De huidige in het
ontwerp-streekplan aangegeven begrenzing is eerder te duiden als
een keurslijf met een verstikkende werking op het economisch
perspectief van de stadsregio. De begrenzing doet afbreuk aan de
knooppuntstatus van Breda.
Wij vinden het absoluuut noodzakelijk het centraal stedelijk
gebied veel ruimer vast te stellen en de plankaart aan te
passen. De in verhouding gegeven ruimte en globaliteit van het
centraal stedelijk gebied Eindhoven-Helmond kan daarbij als
voorbeeld dienen. Wij vinden het ook onjuist zo'n eng en beper
kend centraal-stedelijk-gebied voor te stellen terwijl de
uitwerking van het streekplan voor de stadsregio in overleg met
de regio- gemeenten zal plaatsvinden.