- 2 - RAADSVOORSTEL vervolg /344 Concentratie van verkeer op een beperkt aantal wegen kent echter zijn grenzen. Zo dienen grenzen te worden gesteld aan de milieu belasting omdat anders ter plaatse een onaanvaardbare situatie dreigt te ontstaan, en zo kan perfectionering van het systeem het autogebruik bevorderen, hetgeen zich niet verhoudt met het verkeers- en vervoerbeleid van de gemeente Breda. Met behulp van het verkeersmodel Quo Vadis zijn toedelingen van het autoverkeer op het Bredase wegennet voor 1990 en voor het prog nosejaar 2000 gemaakt. Voor het jaar 2000 zijn een drietal vari anten doorgerekend: - 2000 ongewijzigd beleid - 2000 structuurvariant (met grootschalige infrastructurele maatregelen) - 2000 mobiliteitsvariant (met grootschalige infrastructurele maatregelen én een taakstelling tot reductie van het interne autoverkeer) Tevens is voor het planjaar 2000 een 'wensvariantontwikkeld, waarin het beleid ten aanzien een toekomstig aanvaardbare belas ting van het hoofdwegennet is aangegeven. Modelberekening voor 1990 geeft aan dat als huidige hoofdwegen fungeren: de rijkswegen, de noordelijke en zuidelijke rondweg, de invalswegen vanuit de randgemeenten, de voornaamste radialen en de singelring. De voornaamste resultaten uit de modelberekeningen anno 2000 zijn dat het aantal autoverplaatsingen op het Bredase wegennet in 2000 met 16% ten opzichte van 1990 zal toenemen. Deze groei is met name te zien op de Bredase hoofdwegen. Knelpunten, dat wil zeggen wegvakken met een hogere intensiteit dan wenselijk is gezien de functie, zijn zowel in 1990 als, in versterkte mate, in 2000 aan te geven. Voornamelijk zijn er pro blemen op de Ignatiusstraatdelen van de singelroute, middenge deelte zuidelijke rondweg en de kruising zuidelijke rondweg met Claudius Prinsenlaan. Infrastructurele maatregelen, zoals in de structuurvariant, verlichten slechts in geringe mate de genoemde problemen. Dit betekent dat infrastructurele aanpassingen alleen niet vol doende zijn om verkeersproblemen op een aantal wegen op te los sen. Gezocht zal moeten worden naar maatregelen die de automobi liteit beperken. Verschuivingen van het gebruik van auto naar andere vervoerwijzen (openbaar vervoer, fiets) staan hierbij voorop. Op basis van bovengenoemd beleid, zoals voorgestaan wordt in het SW Breda, is een variant ontwikkeld, waarin een reductie van het interne autoverkeer als taakstelling in het model is ingevoerd. Deze zogenaamde 'mobiliteitsvariant1 is ver volgens getoetst aan de gewenste toekomstige hoofdwegenstruc tuur.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 3511