GEMEENTE BREDA
RAADSVOORSTEL
Registratie nr
Dienst/afdeling
Bijlage
1990 37
916801635
SECR/'B JZ
geen
BETREFT REGELING KLACHTENBEHANDELING BREDA
INLEIDING
In het programma-akkoord 1990-1994 is vermeld, dat er een
onderzoek zal worden ingesteld naar een eenvoudig toegankelijke,
in laatste instantie onafhankelijke, klachtenbehandeling, bij
voorkeur gekoppeld aan de Commissie voor bezwaar- en beroep
schriften
VOORSTEL
1. de Regeling klachtenbehandeling Breda vaststellen overeenkom
stig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte
bijlage
2. de voor de uitbreiding van de personele capaciteit benodigde
gelden voor 1991 ten laste te brengen van de post onvoorziene
uitgaven;
3. in verband met het onder 2 bepaalde de begroting van de
secretarie en de concernbegroting, beide voor het dienstjaar
1991, te wijzigen overeenkomstig de daartoe strekkende
besluiten
een en ander overeenkomstig het bij dit voorstel gevoegde
concept-raadsbesluit
MOTIVERING/TOELICHTING
Op 3 juli 1990 hebben wij ter uitvoering van voormelde passage
in het programma-akkoord een Notitie klachtenbehandeling met
een bijbehorende ontwerp Regeling klachtenbehandeling Breda
vastgesteld. Dat geschiedde na uitvoerige consultatie van het
diensthoofdenoverleg
De regeling voorziet in net recht van een ieder om klachten in
te dienen over gedragingen (handelen of nalaten) van gemeente
lijke organen en functionarissen. De regeling bevat diverse
waarborgen voor een zorgvuldige behandeling van die klachten.
Behandeling geschiedt in twee instanties. In eerste aanleg dient
klager zich te wenden tot het betrokken bestuursorgaan respec
tievelijk (bij klachten tegen functionarissen) bij het betrokken
diensthoofd. In tweede aanleg kan de klager zich wenden tot de
Commissie voor bezwaar- en beroepschriften. De commissie
oordeelt over de gegrondheid van de klacht. In het geval van
gegrondverklaring wordt door het betrokken bestuursorgaan
besloten over de wijze waarop de klacht wordt verholpen.
Deze notitie en ontwerp-regeling zijn vervolgens besproken in de
commissie Algemene zaken op 25 september 1990. Daarbij is
gebleken, dat de commissie voor een en ander waardering had. Het
verslag ligt ter inzage.
Tevens is toegezegd, dat definitieve vaststelling en invoering
betrokken zou worden bij de evaluatie van de Commissie voor
bezwaar- en beroepschriften. Op deze evaluatie wordt in een
afzonderlijk voorstel ingegaan.