RAADSVOORSTEL vervolg 6 MOTIVERING/TOELICHTING Reeds in november en december 1990 is gebleken, dat de exploi tanten van "droge" inrichtingen de gevolgen van deze maatregelen voelden aankomen. Immers verscheidene van hen zouden één kans speelautomaat uit hun inrichting moeten verwijderen. Gebleken is, dat exploitanten van "droge" horeca-inrichtingen deze be leidswijziging proberen te ontlopen door voor hun inrichting de vergunningen voor "natte" horeca-inrichtingen aan te vragen. Dit terwijl er geen wijziging optreedt in het feitelijk karakter van de inrichting, noch in de reden waarvoor het publiek die pleegt te bezoeken (voornamelijk nuttigen van alcoholvrije drank en/of geringe etenswaren) noch in de categorie bezoekers (vooral jeug digen) Ook is het voorgekomen, dat deze exploitanten voor de toepassing van de speelautomatenregeling een beroep deden op het bezit van vergunningen voor "natte" inrichtingen terwijl hiervan feitelijk geen gebruik werd gemaakt. Teneinde dit tegen te gaan stellen wij voor de in de verordening gebruikte formulering van de categorie "droge" inrichtingen te wijzigen en hieronder mede te verstaan formeel "natte" inrich tingen welke feitelijk (blijkend uit de primaire doel waarvoor het publiek de inrichting bezoekt) "droge" inrichtingen zijn. Deze wijziging heeft gevolgen voor de redactie van de convenan- ten welke worden gesloten met horeca-exploitantenGewijzigde modellen zijn bijgevoegd. Verder is gebleken, dat bij de opsomming van de categorie zeer laagdrempelige inrichtingen (waar géén kansspelautomaten mogen staan) geen dansscholen zijn vermeld. De motieven welke hebben geleid tot het weren van kansspelautomaten uit deze inrichtingen gelden ons inziens achteraf bezien ook voor dansscholen. Deze ware dan ook toe te voegen. De ter zake door de burgemeester te verlenen vergunningen gelden telkens voor een kalenderjaar. Thans wachten dus voor vrijwel alle inrichtingen aanvragen voor het jaar 1991 op een beslis sing. Gelet hierop achten wij een spoedige inwerkingtreding van deze wijziging dringend gewenst. Wij stellen voor om met toe passing van artikel 202 van de gemeentewet te bepalen dat het besluit in werking treedt op 1 februari 1991. CONSEQUENTIES BELEIDSMATIG: Dit voorstel strekt tot het bijstelling van de re gels, opdat het eerder vastgestelde beleid daadwerkelijk kan worden gerealiseerd. - 2 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 45