- 2 -
RAADSVOORSTEL vervolg 54
3. in verband met het gestelde onder 2 de begroting van de
Milieudienst voor het dienstjaar 1991 te wijzigen overeen
komstig het daartoe strekkende besluit*, op voorwaarde dat
de subsidie door de provincie beschikbaar wordt gesteld;
een en ander overeenkomstig het bij dit voorstel behorende
concept-raadsbesluit
MOTIVERING/TOELICHTING
Het proefprojekt KCA op bouwplaatsen heeft betrekking gehad op 8
bouwlokaties van bedrijven welke bij het NVOB zijn aangesloten.
Uit het ingestelde onderzoek is gebleken, dat de opslag van
milieugevaarlijke produkten en de verwijdering van (klein)
chemisch afval op bouwplaatsen in zijn algemeenheid te wensen
overlaat. De kennis over de milieuschadelijkheid van bepaalde
produkten en de behandeling van afvalstoffen welke in de bouw
nijverheid ontstaan is ontoereikend. De conclusies uit het
rapport geven dan ook aanleiding de voorlichting naar de ver
schillende doelgroepen te bevorderen. Verder dienen op de
bouwlokaties zelf voorzieningen te worden getroffen m.b.t. de
opslag van milieugevaarlijke stoffen en dient voor de gehele
branche een betere verwijderingsstructuur in het leven te worden
geroepen. Uit het onderzoek is gebleken, dat er gemiddeld 15 kg
kca per woning is vrijgekomen. Binnen het proefprojekt
is een systeem ontwikkeld, dat qua logistiek nu goed aansluit
bij het acceptatiebeleid van de inzamelaar.
Wegens het ontbreken van een adequate regelgeving m.b.t. de
opslag en verwijdering van milieugevaarlijke stoffen op en van
de bouwplaats is gezocht naar mogelijkheden om de aanbevelingen
uit het rapport te vertalen naar een gedragscode waaraan de
betrokken partijen zich wensen te houden. Deze gedragscode zou
zich dan eveneens moeten uitstrekken tot het toezicht op de
naleving van nader te stellen eisen, omdat ook hieromtrent nog
geen regels zijn vastgelegd. Het is overigens de bedoeling dit
toezicht op de naleving van milieu-eisen slechts op een aantal
deelaspecten te doen incorporeren in het reguliere bouwtoezicht.
De Nota Handhaving zal t.z.t. dieper op dit onderwerp ingaan.
De door partijen wenselijk geachte gedragscode heeft zijn
vertaling gevonden in het hierbij gevoegde concept-convenant.
Daarin zijn bepalingen opgenomen m.b.t. de voorlichting aan de
verschillende doelgroepen (aannemers, uitvoerders, bouwvakkers)
de milieuhygiënische randvoorwaarden bij de levering van grond
en diensten door partijen (b.v. bouwbestekken) en het wenselijk
geachte toezicht op hetgeen overeen wordt gekomen.
Het blijkt dat ongeveer 85% van de in Breda gevestigde bouwbe
drijven bij het NVOB is aangesloten, zodat de effectieve waarde
van het convenant voldoende gewaarborgd lijkt.