CONSEQUENTIES
Financieel
Het convenant als zodanig heeft voor de gemeente Breda geen
directe financiële consequenties. Het toezicht op de naleving
van eisen welke uit hoofde van het convenant op de bouwplaatsen
zal worden uitgeoefend, zal plaatsvinden binnen het kader van
het reguliere bouwtoezicht. Het betreft hier derhalve vooralsnog
de eisen m.b.t. de opslag van milieugevaarlijke produkten en
een verantwoorde verwijdering van (klein) chemisch afval. De
kosten van voorlichting worden door partijen ieder voor een
derde gedeelte gedragen. Deze kosten bedragen ongeveer
F 10.000,en maken deel uit van het uitvoeringsprogramma.
De projektkosten zijn binnen de reguliere begroting van de
Milieudienst opgenomen. De kosten m.b.t.de begeleiding van de
bouwprojekten welke aan de proef hebben deelgenomen, alsmede de
kosten van verwijdering van het ingezamelde kca zijn door het
NVOB gedragen. Daarnaast is een deel van de voorbereidingskosten
voor rekening van het NVOB gekomen. Wij achten het daarom
redelijk, dat de helft van de door de provincie toegezegde
subsidie, derhalve een bedrag van F 5000,ten goede komt aan
het NVOB. Van provinciale zijde bestaat hiertegen geen bezwaar.
Personeel/Organisatorisch
Het op het eindrapport gebaseerde uitvoeringsprogramma is
beperkt van omvang. Het kan binnen de personele capaciteit van
de Milieudienst en de Dienst Openbare Werken worden uitgevoerd,
voorzover deze diensten daarbij betrokken zijn.
Een groot deel van de aktiviteiten uit dit programma wordt
overigens door het NVOB zelf uitgevoerd.
Juridisch
Het convenant wordt voor een periode van 2 jaar gesloten.
Om het half jaar wordt de werking ervan geëvalueerd. De beperkte
werkingsduur van het convenant is gebaseerd op de verwachting,
dat binnen een periode van 2 jaar een goede verwijderingsstruc
tuur tot stand is gekomen en de regelgeving op het vlak van
milieuhygiënisch eisen voor de bouwplaatsen zal zijn aangepast.
Wij zullen Uw raad van de ontwikkelingen terzake op de hoogte
houden.
- 3 -
RAADSVOORSTEL vervolg 54