GEMEENTE BREDA
RAADSVOORSTEL
Evaluatie
Bestuursvorm
Evaluatie-uitkomst
Consequenties
Registratie nr
Dienst/afdeling
Bij lage
1991 59
917000392
WELZIJN/MDSO
2
BETREFT Continueren Buro Halt Breda e.o.
Het experiment Buro Halt Breda e.o. loopt op 28 februari 1991
ten einde. Het heeft dan zoals gepland twee-en-een-half jaar
geduurd
Vooruitblikkend op een mogelijke voortzetting is de gemeenten
gevraagd gelden te reserveren (bijlage 1)
Bij de aanvang van het experiment besloot u in principe bereid
te zijn het project definitief te maken indien de evaluatie zou
uitwijzen dat het als geslaagd mocht worden beschouwd. Deze
bereidheid was ook een subsidievoorwaarde die het ministerie van
Justitie stelde. Het ministerie heeft uiteindelijk f 224.500,=
bijgedragen over de hele experimentele periode. Naast de
f 100.000,= voor Breda en de f 100.000,= voor de regio verwierf
het project in 1990 nog een bijdrage in de kosten van het
evaluatie-onderzoek
Het totale evaluatierapport ligt voor u ter visie. Bijgaand
treft u een samenvattende tekst aan (bijlage 2)
De evaluatie bestaat uit drie onderdelen.
1) een getalsmatige samenvatting van de resultaten zoals door
het Buro Halt zelf is opgesteld;
2) een resultaten- en tevredenheidsonderzoek zoals door de
afdeling Statistiek en Onderzoek van de gemeente Breda is
gehouden onder cliënten, benadeelden, gemeenten en
politiekorpsen;
3) een afsluitend deel waarin verschillende vragen die
bij het voortzetten van het experiment opkwamen beantwoord
zijn.
Voor de duur van het experiment werd het bestuur gevormd door
een stuurgroep waarin de gemeenten Breda, Oosterhout en
Etten-Leur rechtstreeks vertegenwoordigd waren, terwijl de
kleinere gemeenten steeds één burgemeester als afgevaardigde
hebben gehad. Als auditoren waren vertegenwoordigers van
politie, justitie en het Buro Halt bij de vergaderingen
aanwezig.
De resultaten van de evaluatie en de voornoemde principe-uit
spraak tot mogelijke continuering leidden voor de stuurgroep op
09/11/1990 tot de conclusie dat het project moet worden
voortgezet.
Inmiddels heeft het ministerie van Justitie haar
verantwoordelijkheid met betrekking tot het werk van de
Haltbureaus vertaald in een regeling tot structurele
medesubsidiering. Dit was voor de begeleidingscommissie steeds
een voorwaarde om tot delictsuitbreiding over te gaan. Voor
relatief lichte delicten (onder andere winkel- en