GEMEENTE BREDA RAADSVOORSTEL 1990 62 Registratie nr 916300538. Dienst/afdeling SECR/BJZ Bijlage Geen. BETREFT AROB-BEZWAARSCHRIFT VAN MR. W.J.G. SCHRÖDERNAMENS CLIëNTEN, TEGEN HET TOEKENNEN VAN PLANSCHADEVERGOEDING ALS GEVOLG VAN DE REALISERING VAN DE WOONWAGENLOCATIE AAN DE JACOB CATSSINGEL INLEIDING In uw vergadering van 26 februari 1987 wees uw raad 24 verzoeken om schadevergoeding als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, ingediend naar aanleiding van de realise ring van woonwagenstandplaatsen aan de Ruitersboslaan en de Jacob Catssingel, af. Deze beslissing werd bij uitspraak in beroep van 22 maart 1989 door de Afdeling voor de geschillen van bestuur van de Raad van State vernietigd. Aan deze uitspraak heeft de Afdeling voor geschillen van bestuur de verplichting voor uw raad gekoppeld om opnieuw in de zaak te voorzien. Dat is voor omwonenden van de woonwagenstandplaatsen aan de Jacob Catssingel gedaan bij uw besluit van 28 juni 1990. Tegen dat besluit zijn door Mr. W.J.G. Schroder, namens bewoners van die standplaatsen, bij uw raad bezwaren ingediend. Dit bezwaarschrift is ter voor bereiding van de te nemen beslissing overgelegd aan de Commissie voor bezwaar- en beroepschriften. Er is sprake van kennelijke niet-ontvankelijkheid. in een dergelijk geval kan een hoorzitting achterwege blijven. Het op deze zaak betrekking hebbende proces dossier is op de gebruikelijke wijze voor uw raad ter inzage gelegd. Het standpunt van de Commissie voor bezwaar- en beroepschriften is integraal opgenomen onder de rubriek motivering/toelichting. Wij stellen u voor overeenkomstig het advies van de Commissie te besluiten VOORSTEL 1. Mr. W.J.G. Schroder niet-ontvankelijk te verklaren in zijn bezwaren MOTIVERING/TOELICHTING De commissie voor bezwaar- en beroepschriften is naar aanleiding van het bezwaarschrift tot het volgende oordeel gekomen. Om op grond van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbe schikkingen (wet AROB) in een bezwaarschrift te kunnen worden ontvangen, moet men, onder meer, rechtstreeks in zijn belang zijn getroffen. Bij de toetsing van de ontvankelijkheid aan het criterium van de belanghebbende moet volgens de Afdeling rechtspraak van de Raad van State ARRSworden nagegaan of gelet op het geheel van de zich ter zake voordoende feiten en omstandigheden kan worden aangenomen dat de betrokken klager door het aangevochten besluit in enig persoonlijk belang wordt geraakt. Een persoonlijk belang wil zeggen dat de gevolgen van de bestreden beschikking voor betrokkene anders uitwerken dan voor anderen in het algemeen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 541