RAADSVOORSTEL vervolg 64 De heer Ereedijk had er daarom alle belang bij om zich tegen de beslissing van het college te verzetten en heeft een beroep schrift bij de gemeenteraad ingediend. Dit beroepschrift ligt thans voor. In het kader van de voorbereiding var. het uit te brengen advies heeft de commissie wederom een hoorzitting georganiseerd en wel op 22 februari 1990. Belangrijk verschil met de vorige gelegen heid was, dat het duivenhok er inmiddels driekwart jaar stond en volop in gebruik was. Weliswaar formeel zonder bouwvergunning en naar moest worden aangenomen tegen de zin van velen uit de buurt, doch dit gegeven bood niettemin dit voordeel, dat met de aanwezigheid van een duivenhok in de buurt inmiddels gedurende een wat langere periode ervaring was opgedaan. Feit is, dat een groot aantal van de bezwaarmakers van destijds zich thans niet meer liet vertegenwoordigen op de hoorzitting. De commissie heeft niet kunnen vaststellen wat daarvan de oorzaak was, doch de gedachte, dat velen van de buurtbewoners inmiddels van mening waren dat het eigenlijk wel meeviel, dringt zich op. Ee bezwaren van hen die zich wèl op de hoorzitting lieten vertegenwoordigen waren minder overtuigend dan bij de eerste gelegenheid. Niette min werd volhard in het standpunt, dat voor het duivenhok geen bouwvergunning kon en mocht worden verleend, hetgeen onder meer tot uitdrukking kwam in een pertinente weigering om met de heer Ereedijk in overleg te treden om tot afspraken te komen over de uitoefening van zijn nobby. Ook een door de voorzitter van de commissie geopperde variant, waarbij de ter hoorzitting aanwezi ge vertegenwoordiger van de Duivensportbond Midden-Erabant als bemiddelaar zou optreden, werd van de hand gewezen. De commissie is diezelfde avond niet meer tot een eindoordeel gekomen, doch besloot de resultaten af te wachten van een bezoek, dat een vertegenwoordiging uit de commissie ter plaatse zou gaan brengen. Dat bezoek heeft op 29 maart 199C plaatsgevon den. De delegatie bestond uit de voorzitter en de secretaris van de commissie, vergezeld door een ambtenaar. Er zijn huisbezoeken afgelegd bij de heer Ereedijk en bij zijn naaste buren aan weerszijden. Met betrokkenen is uitvoerig gesproken. De heer Ereedijk heeft een demonstratie gegeven van het uit laten vliegen en weer terug binnenroepen van zijn duiven. De delegatie heeft vastgesteld dat het om een keurig uitgevoerd duivenhok gaaf, dat goed onderhouden wordt. Het aantal duiven is beperkt. Het hok is ten opzichte van de buurt niet dominant gesitueerd. Hef uitzicht op het hok vanaf de naastgelegen percelen wordt goeddeels ontnemen door deugdelijke erfafscheidingenDe heer Ereedijk bleek een uitstekende controle te hebben over zijn duiven. De tijd, gedurende welke de duiven mogen vliegen, is beperkt. Het terug binnenroepen van de duiven verliep zeer vlot. Het verblijf van de duiven in het hok is hoorbaar doch dit is niet van dien aard dat dit geluid temidden van de andere normale buurtgeluiden (radio's, spelende kinderen, enz.) ais een vorm van geluidoverlast zou dienen te worden aangemerkt. - 3 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 559