- 4 -
RAADSVOORSTEL vervolg /5>
In het huidige werkprogramma voor 1991 van de projectcoƶrdinator
Tuinzigt is voor een dergelijke "inzoomactie" geen ruimte. Pas
in 1992 is organisatorische capaciteit voorhanden en kan gebruik
gemaakt worden van de ervaringen welke zijn opgedaan met de
Tramsingel
Naast het gebrek aan organisatorische capaciteit speelt het
gebrek aan middelen en de (nog niet coherente) instrumentatie
inzake de particuliere woningverbetering.
Voor de woningen van de Duitenhuisstraat wordt voorgesteld de
uitsluiting te handhaven totdat meer duidelijkheid bestaat over
de woonfunctie in verband met de stedebouwkundige kwaliteit en
de beperkte toekomstmogelijkheden van dit straatje. Hetzelfde
geldt voor de woningen Kolfbaanstraat nrs. 25, 27, 31 in verband
met braakliggende percelen, de relatie met het voormalige
Ruskus-terrein en de slechte kwaliteit van de nog aanwezige
panden.
Opheffing subsidiestop
Op de buurtvergaderingen is door de bewoners grote ontevreden
heid geuit over het achterwege blijven van het opheffen van de
uitsluiting voor het grootste gedeelte van de woningen.
Er was toegezegd bij de start van het onderzoek dat, wanneer zou
blijken dat "de woonfunctie gehandhaafd zou kunnen blijven van
de woningen", de uitsluiting zou worden opgeheven.
Uit de onderzoeksresultaten komt naar voren dat slechts voor
enkele woningen geldt dat de woonfunctie op korte termijn
twijfelachtig is vanwege stedebouwkundige redenen.
Het is dus zaak om initiatieven in de sfeer van woningverbete
ring en -onderhoud niet te frustreren. Daarom dient een subsi
diestop in zijn algemeenheid voor een geheel gebied in die tijd
zo kort mogelijk gehouden te worden. Het opstellen van een plan
van aanpak voor een deelgebied inclusief de besluitvorming kan
een lange tijd in beslag nemen (twee a drie jaren)
Mocht blijken dat een woning wel te verbeteren is, dan zou de
planvorming hebben moeten wachten tot na opstelling van een
dergelijk plan van aanpak. Dit leidt tot een ongelijke behande
ling van eigenaren in de stad. Met name voor die woningen
waarvan nu al blijkt dat de woonfunctie gehandhaafd blijft.
Daarom dient de termijn van uitsluiting zo kort mogelijk gehou
den te worden.
Voor die woningen die in het gebied categorie 4 liggen, kan op
basis van artikel 18 van de Subsidieverordening Stadsvernieuwing
iedere aanvraag afgewezen worden op grond van de reden: "in het
belang van de stadsvernieuwing"
Dit artikel geeft de gemeente de mogelijkheid om, in verband met
de stadsvernieuwingsaanpak, de particuliere woningverbetering te
sturen.