GEMEENTE BREDA
RAADSVOORSTEL
Registratie nr
Dienst/afdeling
1991/102
917002508
WELZIJN/CULTUUR
Betreft: voortgang realisering stadsschouwburg.
INLEIDING.
Medio 1989 hebben wij Uw raad de beleidsnota "Concordia, podium
van morgen" aangeboden, waarin het toekomstig beleid op het
gebied van de podiumkunsten werd beschrevenUw raad besloot in
beginsel deze beleidsnota vast te stellen en sprak daarbij de
voorkeur uit voor model 2 van de in de beleidsnota opgenomen
uitwerkingsmodellen
In vervolg op deze besluitvorming is vervolgens aan Prof. M. van
Schijndel, architect, de opdracht verstrekt een definitief
ontwerp te vervaardigen, alsmede een daarmee samenhangende
fasering en planning op te stellen. Ons College werd gemachtigd
voorbereidende maatregelen te nemen met betrekking tot de
bewaking en begeleiding van het bouwproces. In dit kader is aan
het buro Kats Waalwijk het projectmanagement opgedragen.
Tevens heeft ons College een stuurgroep ingesteld ter
begeleiding en bewaking van het proces.
Met dit voorstel beoogt ons College middels een tussenstap Uw
Raad te betrekken in het proces naar een D.O..
VOORSTEL.
1. Het ruimtelijke en functionele PVE vast te stellen, met
uitzondering van het gestelde op blz. 2 met betrekking tot de
handhaving van de bestaande gevel c.a..
2. Het PVE, als bedoeld onder 1 als uitgangspunt te nemen voor
het opstellen van het D.O..
3. Bij de opstelling van het D.O. een bedrag van
DFL.41025919- op basis van de huidige inzichten en
prijspeil 1-1- 1994,als taakstellend te beschouwen.
4. a. Voor de verdere planontwikkeling een voorbereidingskrediet
beschikbaar te stellen tot een bedrag van maximaal DFL.
3.500.000,- en deze vooralsnog ten laste te brengen van de
in 1990 beschikbaar gestelde investeringsruimte,
b. In te stemmen met het ten laste van dit bedrag brengen van
kosten, benodigd voor:
- inschakeling externe adviseurs;
- vervolgopdracht aan de architect.
5. Accoord te gaan met een aanvullende opdracht aan het Buro
Kats Waalwijk ten behoeve van de begeleiding van het proces
tot eind mei 1991.
6. Een commissie ad hoc in te stellen t.b.v. de schouwburg.
7. Andere uitgaven als bedoeld onder 4.b. en 6 die niet zijn
gericht op het tot stand komen van het D.O. geschieden nadat
de commissie ad hoc is gehoord.
8. In te stemmen met de voorbereidende werkzaamheden ten behoeve
van de voorgestelde procedures.