GEMEENTE BREDA
RAADSVOORSTEL
Registratie nr
Dienst/afdeling
Bijlage
1991
907010044
WLZ/K
2
BETREFT Wijziging Monumentenverordening gemeente Breda.
INLEIDING
Met ingang van 1 januari 1989 is de Monumentenwet 1988 van
kracht geworden. De inwerkingtreding van deze nieuwe wet mar
keert de afronding van de reeds jaren durende diskussie met be
trekking tot de decentralisatie van de rijkstaken op het gebied
van de monumentenzorg.
De gemeentelijke beleidsnota 'Monumenten, eigentijdse elementen
met een toekomst' welke door uw raad op 21 december 1989 is
vastgesteld, anticipeerde reeds op deze decentralisatie. Met
name voor het verkrijgen van de bevoegdheid voor het verlenen
van de wijzigings- en sloopvergunning was een aanpassing van de
gemeentelijke verordening noodzakelijk. Nu inmiddels met de
Stichting Nationaal Restauratiefonds een restauratie-financie
ringsovereenkomst is gesloten, wordt deze bevoegdheid dringend
gewenst om een effectief en klantvriendelijk monumentenbeleid te
kunnen realiseren.
1. De minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur te
verzoeken de bevoegdheid tot het verlenen van vergunningen
ex-artikel 11 en 12 van de Monumentenwet 1988 over te dragen
aan het College van Burgemeester en Wethouders van Breda.
2. De verordening 'Monumentenverordening gemeente Breda' als
volgt te wijzigen
a. artikel 1, lid 6 als volgt te herformuleren:
Monumentenkommissie
de door de raad ingestelde kommissie of aangewezen
instantie, tot wier taak behoort het adviseren op het
gebied van de monumentenzorg als bedoeld in artikel 15,
eerste lid, van de Monumentenwet 1988 en Burgemeester en
Wethouders op verzoek of eigener beweging van voorlichting
en advies te dienen ter zake van de toepassing van deze
verordening;
b. het in artikel 4 genoemde artikel 10 der Monumentenwet te
vervangen door artikel 6 der Monumentenwet;
3. De monumentenkommissie op te dragen in voorkomende gevallen
het college van Burgemeester en Wethouders te adviseren ten
aanzien van de vergunningaanvragen als bedoeld in artikel
11/12 van de Monumentenwet 1988.
MOTIVERING/TOELICHTING
De belangrijkste elementen die kenmerkend geacht kunnen worden
voor de nieuwe taakverdeling tussen Rijk en gemeenten, zijn de
volgende
VOORSTEL
Aanwij z ingsbevoegdheid
Zowel in de oude als in de nieuwe situatie is de Minister van