2
Artikel 4
De bepalingen van de artikelen 2 en 3alsmede dit artikel
moeten bij elke vervreemding van het gehele onroerende goed of
een gedeelte daarvan, alsmede bij elke toekenning van een
zakelijk genotsrecht op het gehele onroerend goed of een gedeel
te daarvan, aan de opvolgende eigena(a)r(en) of zakelijk gerech
tigde (n) worden opgelegd en worden bedongen ten behoeve van de
gemeente Breda, tenzij de bedoelde bepalingen inmiddels zijn
uitgewerkt; bij niet-nakoming van deze bepalingen verbeurt de
nalatige partij, zonder dat enige ingebrekestelling zal zijn
vereist, ten behoeve van de gemeente Breda een direct opeisbare
boete van 100.000,00.
Artikel 5
De gemeente geeft bij verkoop van de bouwgrond geen zogenaamde
"gifvrij" of "schone grond" verklaringen af.
Artikel 6
Koper verklaart kennisgenomen te hebben van het bij dit besluit
behorende als zodanig gewaarmerkte rapport (dd. maart 1990 nr.
23150) van het indicatieve bodemonderzoek zoals dat ter plaatse
is verricht door de milieudienst van de gemeente Breda. Eventu
eel nader onderzoek komt voor rekening van de koper.
Artikel 7
Bij ingebruikname van de bouwgrond wordt de koper geacht deze
volledig te kennen en deze te aanvaarden als bouwrijpe grond
zodat hij alsdan geen aanspraak kan maken op enige vergoeding
van enigerlei schade wegens structuur, gesteldheid, verontreini
ging etc. van de bodem.
C. te bepalen, dat deze verkoop komt ten bate en ten laste van
het gemeentelijk grondbedrijf, met uitzondering van een
bedrag van 11,75 per m2 wegens bijdrage in de kosten van
aanleg van grote werken, welk bedrag komt ten bate van de
algemene dienst van de gemeente en met uitzondering van een
bedrag van 0,45 per m2welk bedrag komt ten bate van het
fonds artistieke werken.
D. te bepalen, dat de dekking van de aan de Kruisvereniging
Breda te vergoeden extra kosten ad 3 0.000,00 zal geschieden
ten laste van de rentebijschrijving 1991 van de "bestemmings
reserve" Kinderopvang.
e
loco-secretaris