RAADSVOORSTEL vervolg 131
Voor het betrokken subsidieterrein - sociaal-cultureel werk -
heeft uw raad subsidierichtlijnen vastgesteld, die de voorwaarden
aangeven waaronder subsidies op dit terrein worden verleend.
Deze voorwaarden zijn vrij beknopt. In de praktijk wordt bij de
verdeling van de middelen op dit terrein dan ook gebruik gemaakt
van de door uw raad op 20 december 1984 vastgestelde nota
Plussen en Minnen, zijnde een aangepaste discussienota over
buurtgericht sociaal-cultureel werk. Gelet op het beknopte
karakter van de betrokken subsidierichtlijnen, is de beleidsvrij
heid aanwezig die nota als richtlijn te hanteren bij subsidiever
lening
In die nota wordt een buurtindeling gegeven naar sociale achter
stand, welke is toegesneden op het verdelingsvraagstuk op het
terrein van het buurtgerichte sociaal cultureel werk. Met de in
die nota gehanteerde verdelingssystematiek en -methodiek stemde
uw raad op 20 december 1984 in. Deze systematiek en methodiek
worden ook thans nog gehanteerd. Er wordt in de nota onderscheid
gemaakt in de volgende buurten:
- met omvangrijke achterstandsverschijnselen (categorie A)
- met veel achterstandsverschijnselen (categorie B);
- met weinig of geen achterstand (categorie C);
De criteria voor deze indeling zijn door de onderzoekers van de
Sociografische Dienst ontwikkeld en door uw raad op 20 december
1984 als zodanig vastgesteld. Die criteria zijn uitgedrukt in
berekende z-scores, op basis van voor het eerst in 1983 verrichte
metingen, en deze scores vallen hoger uit naarmate de cijfermati
ge gegevens van een buurt (te denken valt hierbij aan bij
voorbeeld culturele samenstelling en aan het opleidings- en
inkomensniveau) meer afwijken van het gemiddelde. Omdat in 1983
Resteren nog grotendeels in aanbouw was en de van die buurt
beschikbare meetgegevens dus nog onvoldoende betrouwbaar waren,
is op grond van een redelijk verwachtingspatroon Resteren toen
aangemerkt als B-buurt. Uit nadien nog door de sociografische
dienst verrichte metingen is deze zienswijze de juiste gebleken.
Appellante is het niet eens met het uitgangspunt van het gemeen
tebestuur dat Resteren een B-buurt is. Dit uitgangspunt staat
echter thans niet ter discussie. Daarmee en met de daarbij
gehanteerde systematiek en methodiek van buurtindeling is uw
raad namelijk al in 1984 akkoord gegaan. Overigens is uit nadien
door de Sociografische Dienst nog verrichte metingen gebleken
dat de aldus bepaalde achterstandssituaties thans niet of nauwe
lijks zijn gewijzigd.
Appellante is het niet eens met dat uitgangspunt omdat in
B-buurten volwassenenactiviteiten niet worden gesubsidieerd. Dit
was echter zo ook al de gang van zaken in 1988 en in 1989.
Overigens worden in beginsel noch in A-, noch in B-buurten
volwassenenactiviteiten in het kader van het sociaal-culturele
werk gesubsidieerd, omdat uw raad daarvoor geen budget beschik
baar heeft gesteld. Voor de volledigheid moet hieraan nog het
volgende worden toegevoegd.
- 2 -