RAADSVOORSTEL vervolg 132
Uit de jurisprudentie die zich inmiddels rond dit voorschrift
heeft gevormd, blijkt dat bij vaststelling van de inhoudsmaat
niet alleen de inhoud waarmee de ingevolge het bestemmingsplan
maximaal toegelaten inhoud 75 m wordt overschreden, in
aanmerking moet worden genomen, maar de totale inhoud van het
betrokken bouwwerk.
Om die reden kan hier dus geen sprake kan zijn van een bouwwerk
van beperkte betekenis als bedoeld in artikel 18a van de Wet op
de Ruimtelijke Ordening en omdat ook niet kan worden voldaan aan
de, aan de overige in die wet opgenomen vrijstellingsbepalingen,
gestelde formele vereisten, zijn de noodzakelijke vrijstelling -
en bijgevolg de bouwvergunning - terecht geweigerd.
Op grond van het vorenstaande adviseert de Commissie voor
bezwaar- en beroepschriften het college van burgemeester en
wethouders om de bezwaren, gericht tegen de weigering tot het
verlenen van vrijstelling, ongegrond te verklaren. Nu daarmede
vaststaat dat de strijdigheid van het bouwplan met het bestem
mingsplan niet kan worden weggenomen, adviseert de commissie de
gemeenteraad om het beroep, gericht tegen de weigering tot het
verlenen van bouwvergunning, te verwerpen.
Nadere ovewegingen burgemeester en wethouders.
Overeenkomstig het advies van de Commissie voor bezwaar- en
beroepschriften hebben wij het beroepschrift van de heer
Slingerland mede beschouwd als een bezwaarschrift, gericht tegen
ons besluit tot het weigeren van vrijstelling en in onze
vergadering van (datum) besloten om de bezwaren ongegrond te
verklaren
CONSEQUENTIES
Geen
INSPRAAK
Geen
COMMISSIEEEHANDELING
De commissie openbare werken en stedelijk beheer kan zich met
dit voorstel verenigen.
Burgemeester en wethouders van Breda,
E.H.T.M. Ni
urgemeester
loco-secretaris.