GEMEENTE BREDA
RAADSVOORSTEL
Registratie nr
Dienst/afdeling
Bijlage
1991/ 140
917001721
WELZIJN/CULTUUR
Geen.
BETREFT Vaststelling beleidsnota archeologie, inclusief het
treffen van maatregelen welke nodig zijn om een wette
lijke opgravingsbevoegdheid te verkrijgen.
INLEIDING
In het kader van de afspraken met Uw raad om het beleid ten aan
zien van de verschillende onderdelen van kunst en cultuur door
middel van deelnota's vast te leggen, treft U bijgaand de be
leidsnota Archeologie aan.
Deze nota werd op 1 oktober 1990 in de raadscommissie voor On
derwijs, Cultuur en Sociale Vernieuwing besproken. Op de nota is
een aantal reacties ingekomen, welke voor U ter inzage zijn ge
legd.
Onderdeel van de beleidsnota is het voldoen aan de in de Monu
mentenwet gestelde voorwaarden om een wettelijke opgravingsbe
voegdheid te kunnen verkrijgen. Het is U bekend dat de gemeente
Breda thans een voorlopige opgravingsbevoegheid heeft, welke
niet meer verlengd zal worden.
Ons college is van mening dat maatregelen genomen moeten worden
om deze bevoegdheid te verwerven.
VOORSTEL
1. De beleidsnota Archeologie vast te stellen.
2Samenhangend met 1 zodanige maatregelen te nemen dat een
wettelijke opgravingsbevoegdheid kan worden verkregen.
3In verband met het onder 2 gestelde ten behoeve van de
bekostiging van een assistent-archeoloog een structureel
bedrag van f 52.000,00 ter beschikking te stellen
MOTIVERING/TOELICHTING
In de beleidsnota archeologie en eerder in de beleidsnota
Monumenten is beargumenteerd waarom het belangrijk is om het
culturele erfgoed van Breda te onderzoeken, conserveren en in
stand te houden.
De kwaliteit van de historische stad vraagt om een zorgvuldige
behandeling zowel vanuit het historisch perspectief als gericht
op de toekomst. Mede om die reden wordt vanuit verschillende
gezichtspunten grote aandacht besteed aan het behoud van het
historisch beeld van de stad. Het structuurplan voor de binnen
stad is daarvan een voorbeeld. Uit opgravingen in het verleden
is duidelijk geworden dat de bodem van de stad ontelbare sporen
bevat uit de oudheid. Het bovenstaande is voor ons college reden
om het archeologisch bodembezit als onderdeel van het culturele
erfgoed niet verloren te laten gaan.
In het verlengde daarvan stellen wij Uw raad voor de beleidsnota
archeologie vast te stellen.
Dit impliceert tevens dat wij Uw raad maatregelen voorstellen om
een wettelijke opgravingsbevoegdheid te verkrijgen. Een aanvrage
hebben wij inmiddels bij de minister van W.V.C. ingediend.
