3.5. Uitgangspunten voor de voeding van het fonds sociale
vernieuwing.
De in het convenant besloten liggende aanzet tot de vorming
van een goede, flexibele financiële basis voor het lokale
sociale vernieuwingsbeleid willen wij optimaal benutten en
verder uitbouwen. Daartoe stellen wij voor de volgende
uitgangspunten voor de voeding van het fonds vast te stellen:
a. De primaire, structurele, voedingsbron van het fonds wordt
gevormd door middelen die de gemeente ontvangt als
onderdeel van de brede doeluitkering in het kader van het
convenant sociale vernieuwing.
b. De secundaire voedingsbron van het fonds wordt gevormd
door:
- de eventuele restant-middelen bijzondere bijstand over
1990 en volgende jaren, jaarlijks achteraf vast te
stellen op basis van het rekeningresultaat van de
Sociale Dienst;
- het jaarlijks te verwerven ABW-incentive
- eventuele restant middelen verworven op basis van de
overige regelingen - voorzover deze regelingen dit
toestaan - die weliswaar onder het convenant sociale
vernieuwing zijn gebracht maar niet via de brede
doeluitkering aan de gemeente verstrekt worden
- de rente die verworven wordt op de middelen in het
fonds
c. De tertiaire voedingsbron van het fonds bestaat uit
gemeentelijke middelen:
- die worden besteed in directe samenhang met de brede
doeluitkering, c.q. de onder a. begrepen middelen
- die worden besteed in directe samenhang met de overige
regelingen die onder de werking van het convenant
sociale vernieuwing vallen, e.g. de onder b begrepen
middelen
- waarvan in het programma sociale vernieuwing wordt
bepaald dat zij in samenhang gebracht moet worden met
het gemeentelijk sociale vernieuwingsbeleid.
Door de toevoeging van de hiervoor aangegeven tertiaire
voedingsbron van het fonds worden wijin navolging van het
rijk, gedwongen zelf-kritisch te kijken naar de aard en
samenhang van de besteding van onze gemeentelijke middelen in
het kader van sociale vernieuwing. Overigens betekent de
toevoeging van deze tertiaire bronnen aan het fonds zeker op
voorhand niet dat de daarmee gemoeide middelen ineens anders
moeten of zullen worden besteed. Herbestemming van
gemeentelijke middelen in het kader van sociale vernieuwing
zal gestoeld moeten zijn op het jaarlijks, gelijktijdig met de
begroting, door de raad vast te stellen programma sociale
vernieuwing.
Het streven is door het onderscheiden van een tertiaire
voedingsbron de middelen uit diverse sectoren van het