3.8. Instellingsbesluit stedelijk fonds voor sociale
vernieuwing
Met het oog op de instelling van het stedelijk fonds sociale
vernieuwing en de vastlegging van de regels van het fonds
hebben wij een instellingsbesluit opgesteld. Hierin zijn de
belangrijkste uitgangspunten en afspraken zoals deze in de
voorgaande paragrafen van dit raadsvoorstel zijn vervat
puntsgewijs vastgelegd en waar nodig nader gespecificeerd. Uw
raad wordt verzocht dit instellingsbesluit te bekrachtigen.
Er wordt voornalsnog verondersteld dat het fonds tenminste
voor een periode van vier jaren zal bestaan. Krachtens het
convenant sociale vernieuwing heeft de gemeente zich immers
verplicht, ook in het jaar nadat de convenantsperiode is
geëindigd, de bespaarde middelen sociale vernieuwing voor de
in het convenant overeengekomen doeleinden aan te wenden. In
het vierde fondsjaar wordt het functioneren van het fonds
geëvalueerd. Op basis van de resultaten van deze evaluatie
wordt door de gemeenteraad een nader besluit genomen over het
voortbestaan van het fonds.
3.9. Omvang van het fonds en vrije bestedingsruimte
De exacte omvang van het fonds is op dit moment nog niet vast
te stellen. De hiervoor genoemde O-puntmeting zal hierin meer
duidelijk brengen. Er blijven echter een aantal onzekerheden
bestaan die samenhangen met het feit dat pas op 1 oktober van
het uitkeringsjaar de minister aan de convenantgemeenten een
definitieve opgave doet van het te verstrekken voorschot over
1991. Verder zal ook pas in de tweede helft van dit jaar
blijken of de gemeente Breda een ABW-incentive ontvangt en zo
ja wat de omvang daarvan is.
4. CONSEQUENTIES
Het voorliggende raadsvoorstel doet geen beroep op extra
financiële middelen. Invoering van het stedelijke fonds
sociale vernieuwing kan t.z.t. in samenhang met de
besluitvorming over het programma sociale vernieuwing leiden
tot begrotingswijzigingen. Deze hebben betrekking op het
(herbestemmen van het in het kader van sociale vernieuwing
vrij vallende of alsnog te verwerven middelen en - in
voorkomende gevallen - op herverdeling van budgetten.
5. INSPRAAK
Niet van toepassing.
6COMMISSIEBEHANDELING
Het raadsvoorstel is ter advisering voorgelegd aan de
commissie OCS. De commissie kan instemmen met het voorstel.
Verder is het voorstel ter kennis gebracht van de commissies
SZ/MDSO, SFV, EZ&W, F&G, RO/VV, OW/SB.
10