2. structuursubsidies eigen beroepskrachten in dienst hebben. Op basis van een eenvoudig werkprogramma/activiteitenplan, gegevens over leden-, c.q. deelnemersaantalen en de verplichting tot het verzorgen van een beknopte financiële verslaglegging, wordt het subsidie als "lump sum" verstrekt. Er wordt achteraf niet afgerekend. Gedacht wordt aan subsidies tot een maximum bedrag van f 10.000,-. Uit onderzoek is gebleken dat ruim 75% van de jaarlijks af te geven subsidiebeschikkingen niet meer bedraagt dan f 10.000,terwijl het totaalbedrag van deze beschikkingen slechts 5% van het totale subsidievolume van de dienst Welzijn omvat. De juridische vorm is een eenzijdige beschikking, die afgegeven wordt door de gemeente. Controle op de besteding van de subsidie gebeurt steekproefsgewijs aan de hand van activiteitenverslagen. Bij hernieuwde subsidieaanvragen kan eveneens een steeksproefsgewijze controle plaatsvinden op vermogingsvorming ten laste van de gemeentelijke subsidie. De uitkomst van deze controle kan leiden tot bijstelling van het subsidiebedrag voor het nieuwe subsidiejaar. Het gaat hierbij om subsidies t.b.v. over het algemeen grotere welzijnsvoorzieningen die naar de opvatting van de raad behoren tot de basis welzijnsinfrastructuur van de stad. Meestal zijn dit tevens de instellingen (erkende stedelijke voorzieningen) die beschikken over een eigen accommodatie en eigen beroepskrachten. De subsidierelatie is in principe struktureel van karakter. Denk bijvoorbeeld aan een kinderdagverblijf, een sociaal- cultureel centrum of een stedelijke welzijnsinstelling (VertizontaalIMW, OBD) Op basis van een werkprogramma en begroting wordt het subsidie als budget verstrekt waarbij vastgesteld wordt welke prestaties op basis van dat budget minimaal geleverd moeten worden. De subsidie is primair gericht op het instandhouden van de voorziening in samenhang met een basisniveau van prestaties. Hier geldt de verplichting tot het voeren van een inzichtelijke financiële administratie en het uitbrengen van een financieel en inhoudelijk jaarverslag. Het toegekende budget is flexibel inzetbaar, zolang er geen afbreuk gedaan wordt aan de overeengekomen prestaties. Er wordt in principe achteraf niet afgerekend tenzij er aantoonbaar sprake is van het leveren van een wanprestatie, d.i. het door verwijtbare oorzaken niet leveren van de overeengekomen prestaties. Gegevens uit het jaarverslag, de begroting en eventuele accountantscontrole, kunnen aanleiding vormen tot bijstelling van het subsidiebudget voor het nieuwe jaar. Voor subsidies tot f 100.000,- vindt een accountantscontrole op de besteding van de subsidie steekproefsgewijs plaats. Voor subsidies boven de f 100.000,- is een accountantsverklaring verplicht De juridische vorm van de structuursubsidie is een beschikking 4

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 1315