RAADSVOORSTEL vervolg 145 Vanuit de ervaringen welke elders in den lande werden en worden opgedaan leidt een doen vervallen van gedifferentieerde tarieven tot een hogere bezettingsgraad van de cursussen en daarmee tot een hoger dekkingspercentage van de docentenlasten, c.q. de zwaarste onkostenpost, vanuit de cursusgelden. Het financiële omslagpunt ligt bij 0,9 deelnemer extra van buiten Breda welke niet weerhouden wordt van deelname door een hogere cursusbijdrage. De invoering van deze systematiek geschiedt derhalve (tenminste) budgettair neutraal. Tot op heden genoten ook niet-inwoners van Breda van een extra korting op het lesgeld indien zij hun instrumentale opleiding genieten in het kader van de harmonie- en fanfare-opleidingen. Aangezien dit indruist tegen het sinds jaren geldende uitgangspunt dat de niet-inwoners van Breda een zeer hoog percentage van de loonkosten dienden te betalen wordt voorgesteld de HAFA-korting uitsluitend van toepassing te verklaren op inwoners van Breda en de leden, zowel Bredase als niet-Bredasevan de muziekverenigingen welke in Breda gevestigd zijn. De invoering van dit uitgangspunt geschiedt tenminste budgettair neutraal. Tarieven 2. Het eerder doorberekenen van de reële loon- en kostenstijging in de tarieven. Tot op heden werden de prijspeilstijgingen welke zich voorde den binnen een afgesloten boekjaar eerst 19 maanden later effectief verwerkt in de les- en cursusgelden, namelijk in de begroting van het tweede daarop volgende jaar. Het voorstel is de stijgingen van lonen en prijzen in een bepaald jaar reeds te verwerken in de tarieven welke per 1 augustus in het daarop volgende jaar van kracht zijn. Zulks impliceert dat het verschil tussen de in de begroting geraamde stijging van lonen en prijzen en de werkelijke stijging van lonen en prijzen wordt verrekend met de begrote stijging van lonen en prijzen. Toepassing van deze systematiek heeft als effect onder meer een verbetering van de liquiditeit en het in practische zin beter effectueren van de thans voornamelijk theoretische koppeling tussen de loonkosten enerzijds en de opbrengst vanuit de les- en cursusgelden anderzijds. De huidige situatie brengt met zich mee dat bij een grotere stijging van lonen en prijzen dan geraamd een en ander leidt tot een "onvoldoende gedekt zijn" van de loonsom gedurende 19 maanden. Het voorstel impliceert deze periode met een jaar te bekor ten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 1331