GEMEENTE BREDA RAADSVOORSTEL Registratie nr Dienst/afdeling Bijlage 1991 /148b 916802957(b) SECR/BJZ Geen BETREFT BEROEPSCHRIFT DREVENIER B.V., MEDE NAMENS MEDE-EIGENA REN, TEGEN BESLUIT TOT PLAATSING VAN HET PAND WILLEM STRAAT 21 OP DE GEMEENTELIJKE MONUMENTENLIJST. INLEIDING Op 17 juli 1990 besloten wij om een aantal panden uit "Gebied II Spoorbuurt en Sophiabuurt" op de gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen. Daarbij bevond zich het pand Willemstraat 21. Tegen dit besluit werd op grond van de Monumentenverordening gemeente Breda - verder te noemen de verordening - bij de ge meenteraad beroep ingesteld door Drevenier B.V., mede namens de mede-eigenaren van het pand. Het beroepschrift is in handen gesteld van de Commissie voor bezwaar- en beroepschriften, ter voorbereiding van de te nemen beslissing. In het kader daarvan heeft op 16 oktober 1990 een hoorzitting plaatsgevonden. Het verslag daarvan is aan het proces-dossier* toegevoegd. Het standpunt van de Commissie voor bezwaar- en beroepschriften is in de hiernavolgende rubriek motivering/toelichting integraal opgenomen. Wij stellen u voor om overeenkomstig de zienwijze van de commissie te besluiten. VOORSTEL 1. het ingestelde beroep ongegrond te verklaren. MOTIVERING/TOELICHTING De Commissie voor bezwaar- en beroepschriften heeft naar aanlei ding van het beroepschrift het volgende overwogen. Door de plaatsing van het pand op de monumentenlijst, wordt het verbods- en vergunningenstelsel van de verordening op het pand van toepassing. Dit betekent onder meer, dat het verboden is om het pand af te breken, zonder vergunning gedeeltelijk af te breken of daarin zonder vergunning wijzigingen aan te brengen. Uit het beroepschrift en de daarop ter hoorzitting gegeven toelichting is gebleken, dat de eigenaren van mening zijn dat door dit verbods- en vergunningstelsel onvoldoende ruimte wordt geboden om aan het pand - eventueel na een mogelijk ingrijpende verbouwing en interieurwijziging - een eigentijdse en qua exploitatie interessante functie te geven. Eovendien zou een onderhouds- en restauratieplan, nu het pand op de monumenten lijst is geplaatst, naar verhouding beduidend hogere kosten met zich meebrengen. Voor wat betreft de toepassing van het vergunningenstelsel is door de gemachtigden van burgemeester en wethouders ter hoorzit ting medegedeeld, dat ten aanzien van interieur en achterbouw een soepel beleid zal worden gevoerd. Voorgesteld werd om bij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 1361