RAADSVOORSTEL vervolg 1 49
c: Een filosofische lezing is, in tegenstelling tot wat de
bestreden beschikking stelt, een cultuuruiting evenals toneel
muziek, dans en film (in verband daarmee zou subsidiëring van
deze activiteit binnen het subsidieterrein "kunstzinnige
vorming" of "amateuristische kunstuitoefening" mogelijk
moeten zijn)
Ad a
Subsidie is geweigerd omdat deze activiteit zich zou richten op
iedereen en het betrokken subsidieterrein "maatschappelijke
zorg" betrekking heeft op individuele hulpverlening. Uit het
beroepschrift en de daarop ter hoorzitting gegeven toelichting
blijkt echter dat deze activiteit betrekking heeft op preventiev
individuele hulpverlening. De voor het subsidieterrein "maat
schappelijke zorg" door uw raad vastgestelde richtlijnen sluiten
in beginsel subsidiëring van preventieve individuele hulpverle
ning niet uit, maar het ten behoeve van maatschappelijk werk
door uw raad voor 1990 vastgestelde budget is reeds uitgeput.
Omdat artikel 5 van de Subsidieverordening welzijn 1937 bepaalt
dat subsidie slechts wordt verstrekt indien en voor zover het
desbetreffende terrein- of deelterreinbudget daartoe toereikend
is, is dus terecht subsidie geweigerd, zij het dat de motivering
van dit onderdeel van de weigeringsbeschikking moet worden
aangepast. Subsidie moet namelijk niet worden geweigerd omdat de
activiteit niet-subsidiabel zou zijn, maar omdat het desbetref
fende terreinbudget niet toereikend is.
Ad b
Subsidie is geweigerd omdat de Volksuniversiteit al een hiermee
vergelijkbare activiteit verzorgt en daarvoor subsidie ontvangt.
Bovendien zou niet zijn voldaan aan de voor dit subsidiedeelter
rein "cursorisch dag- en/of avondonderwijs" in de subsidiericht
lijnen opgenomen voorwaarde dat het onderwijs moet zijn gericht
op eindresultaten zoals een diploma, certificaat o.i.d. Tijdens
de hoorzitting is gebleken dat de cursussen van appellante zich
onderscheiden van die van de Volksuniversiteit waar het opzet en
doelgroep betreft. De opzet van appellante is niet gericht op
kennisoverdracht zoals bij de Volksuniversiteit maar op het
uitdiepen van filosofische thema's en het voeren van een dialoog
met argumentatie. Verder is de doelgroep ruimer omdat de cursus
sen het blikveld willen verruimen en een flexibel en tolerant
denken tot ontwikkeling willen laten komen. Een en ander overwe
gende zou ook hier, gelet op de Subsidieverordening en de
betrokken richtlijnen, subsidiëring in beginsel mogelijk zijn,
indien zou worden voorzien in een zichtbaar eindresultaat. Ook
hier geldt echter weer dat het betrokken deelterreinbudget
voor 1990 niet toereikend is. Subsidie voor deze activiteit is
dus terecht geweigerd, zij het dat de motivering voor afwijzing
ook voor dit onderdeel wijziging behoeft. Géén subsidie-afwijzin
omdat een vergelijkbare activiteit al wordt gesubsidieerd maar
ook weer omdat het betrokken deelterreinbudget voor 1990 niet
toereikend is (en omdat niet is voorzien in een zichtbaar eindre
suitaat