nr. 157
III. De reguliere budgetbelastende investeringen 1992
IV. De investeringen in grotere projecten 1992 - 1994
A. Algemeen
B. De investeringen t.b.v. verkeers- en vervoersprojecten
In bijlage A. treft U aan de samenvatting van de hier
bedoelde budgetbelastende investeringen, verdeeld naar de
verschillende betrokken diensten. Voorts is op enkele on
derdelen een korte toelichting gegeven, terwijl bij de
daarvoor in aanmerking komende onderdelen is aangegeven met
welke investeringsdoorloop na 1992 rekening gehouden moet
worden c.q. tot welke consequenties in de exploitatiesfeer
die investeringen leiden. Het volledige investeringsplan
voor 1992 wordt opgenomenen in de nota van aanbieding bij
de begroting 1992 en u alsdan ter vaststelling aangeboden.
In het nu gepresenteerde investeringsbeeld is het meerja-
renaspect beperkt gebleven tot de vermelding van de even-
genoemde doorloop. Een verdere uitbreiding naar de gehele
periode 1992 - 1994 kan aan de orde komen wanneer zicht is
gekregen en op de inhoud van de komende Tussenbalans
operatie en op de (eventuele) wisselwerking tussen de hier
aan de orde zijnde investeringen en die welke in hoofdstuk
IV. aan de orde worden gesteld.
a. Bij bespreking van deze investeringen zullen wij ons be
perken tot die welke vallen binnen de clusters "binnen
stadsprojecten11 en verkeers- en vervoersprojecten"De
voorstellen met betrekking tot de investeringen binnen de
cluster "Cultuur" zijn separaat aan Uw voorgelegd en kun
nen derhalve hier buiten beschouwing blijven.
b. In het kader van de discussies rond de Tussenbalans hebben
ons signalen bereikt die er op duiden, dat de door het Rijk
te hanteren subsidiepercentages (soms aanmerkelijk) lager
zullen uitvallen dan de thans nog geldende, terwijl ook nog
een wijziging wordt aangebracht in de voor subsidiering in
aanmerking komende kostensoorten. In de navolgende subsi
dieramingen hebben wij met deze beide mogelijke ontwikke
lingen rekening gehouden, en wel door het subsidiepercenta
ge terug te brengen van 80% naar 40%; daar waar er naar
onze mening redenen zijn om van deze lijn af te wijken,
hebben wij die redenen nader toegelicht.
Ter inleiding merken wij op dat in aansluiting op het Pro-
gramma-accoord en in het verlengde daarvan op de uitspraak
in de Kadernota '92 (pag. 12) de bevordering van het fiets-
verkeer en van het openbaar vervoer als prioriteiten worden
aangemerkt, dit in het kader van de pogingen tot het terug
dringen van de automobiliteit en vanuit de zorg voor de
kwaliteit van het milieu.
Voorts tekenen wij aan dat in de vergadering van 27 april
1989 Uw Raad besloten heeft om binnen het toen berekende
totaal volume voor onrendabele investeringen een bedrag van
f. 4,750 milj. ten behoeve van de Zuidelijke Rondweg te
reserveren, dit vooruitlopende op de te maken plannen en op