nr. 157 om op die wijze investeringsbehoefte en -ruimte met elkaar in overeenstemming te brengen. De argumenten hiervoor zijn: 1. de meerjaren-inventarisatie met de inhoud als hier boven aangegeven omvat een groot aantal projecten en deelprojecten met zeer uiteenlopende voorbereidings- en realisatietermijnen. Met prijsontwikkelingen is bij de - overigens toch al globale - berekening van de kosten van de projecten geen rekening gehouden (kunnen worden) Bovendien zijn de subsidie-ramingen weliswaar met eni ge terughoudendheid opgenomen (deels tegen 40%, deels vooralsnog p.m.), maar tegenvallers blijven (mede ge zien de "tussenbalans") mogelijk. Ook moet ermee reke ning worden gehouden dat subsidies weliswaar worden toegekend, maar eerst (veel) later betaalbaar worden gesteld (waardoor dus geen "herinvestering" binnen de planperiode mogelijk is) Uit het vorenstaande kan geconcludeerd worden dat een meerjaren-investeringsplan, dat exact afgestemd zou zijn op de omvang van de gemeentelijke investeringsca paciteit en de geraamde subsidies en dat geen rekening zou houden met de (eventueel noodzakelijke) uitwisse lingen van projecten, slechts een schijnnauwkeurigheid zou bieden. 2een element dat nog buiten beschouwing is gebleven is de beantwoording van de vraag naar de mogelijkheid tot inzet van enkele gemeentelijke fondsen als aanvullend dekkingsmiddel voor investeringen van de hier bedoelde soort. Met name wordt hier gedoeld op het fonds grote werken (algemeen) en het fonds grote werken Haagse Beemden. Voor deze beantwoording zal geïnventariseerd en ge- prognotiseerd moeten worden welke groei over welke termijn nog te verwachten is, welke werken (in de uit- leggebieden) ten laste van het betreffende fonds ge bracht kunnen worden en welk bedrag dan nog (eventu eel) als dekkingsmiddel resteert. Ten aanzien van het fonds grote werken Haagse Beemden wordt nog wel aange tekend, dat de bestedingsmogelijkheid, -omvang en - richting geheel afhangen van de resultaten van het met het Rijk te voeren overleg m.b.t. de locatiesubsidie regeling Haagse Beemden. Het zal duidelijk zijn dat hieraan -afhankelijk van de uitslag- belangrijke consequenties voor de omvang van de investeringen in de komende jaren verbonden kunnen zijn. 3het geheel van investeringen zoals dat hierboven is gegeven kan inzichtelijker en hanteerbaarder worden door gebruik te maken van het meerjaren-karakter van het plan. Hierdoor wordt het mogelijk op basis van een jaarlijkse evaluatie en actualisering een stand van zaken op te maken met betrekking tot de technische en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 1465