-5- Artikel 24 Koper verbeurt telkenmale dat hij een van zijn verplich tingen als omschreven in de artikelen 10, 13, 14, 18 tot en met 2 0 en 2 3 overtreedt of niet nakomt een direct opeisbare en niet voor matiging vatbare boete aan de gemeente van 100.000,00 (zegge: eenhonderdduizend gulden) zonder dat enige ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst is vereist, doch door de enkele constatering, die de gemeente per aangetekende brief aan de koper zal bevestigen. Artikel 2 5 Op straffe van dezelfde boete bij nalatigheid als omschre ven in artikel 24 is koper verplicht de artikelen 10, 12, 14, 19 alsmede dit artikel bij elke vervreemding van het gehele voormelde onroerend goed of een gedeelte daarvan, alsmede bij elke toekenning van een zakelijk genotsrecht op het gehele onroerend goed of een gedeelte daarvan, aan de opvolgende eigena(a)r(en) of de zakelijk gerechtigde(n) worden opgelegd en worden bedongen ten behoeve van de gemeente Breda. 3. te bepalen, dat deze verkoop komt ten bate en ten laste van het gemeentelijk grondbedrijf, met uitzondering van een bedrag van 11,75 per m2 wegens bijdrage in de kosten van aanleg van grote werken, welk bedrag komt ten bate van de algemene dienst van de gemeente en met uitzondering van een bedrag van 0,4 5 per m2welk bedrag komt ten bate van het fonds artistieke werken. Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 2 7 JUNI 1991

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 1557