GEMEENTE BREDA
RAADSVOORSTEL
Registratie nr
Dienst/afdeling
Bijlage
1991/ 1 69
916804259
SECR/BJZ
Geen
BETREFT AROB-BEZWAARSCHRIFT VAN H. DUFOUR TEGEN HET NEMEN VAN
EEN VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR HET PERCEEL HAAGWEG
209
INLEIDING
In uw vergadering van 31 januari 1991 besloot uw raad te
verklaren dat een bestemmingsplan wordt voorbereid voor het
perceel Haagweg 209. Dit besluit werd genomen om middels een
zogenaamde anticipatieprocedure medewerking te kunnen verlenen
aan een uitbreiding van het daar gevestigde garagebedrijf
Thijs-Mann. Tegen dat besluit diende H. Dufour tijdig een
Arob-bezwaarschrift in. Zijn bezwaarschrift is ter voorbereiding
van de te nemen beslissing overgelegd aan de Commissie voor
bezwaar- en beroepschriften. Er is sprake van kennelijke
niet-ontvankelijkheidIn een dergelijk geval kan een
hoorzitting achterwege blijven. Het op deze zaak betrekking
hebbende proces-dossier is op de gebruikelijke wijze voor uw
raad ter inzage gelegd.
Het standpunt van de Commissie voor bezwaar- en beroepschriften
is integraal opgenomen onder de rubriek motivering/toelichting.
Wij stellen u voor overeenkomstig het advies van de Commissie te
besluiten
VOORSTEL
1. H. Dufour niet-ontvankelijk te verklaren in zijn bezwaren.
MOTIVERING/TOELICHTING
De Commissie voor bezwaar- en beroepschriften is naar aanleiding
van het bezwaarschrift tot het volgende oordeel gekomen.
Om op grond van de Wet administratieve rechtspraak
overheidsbeschikkingen (Wet Arob) in een bezwaarschrift te
kunnen worden ontvangen, moet men, onder meer, rechtstreeks
in zijn belang zijn getroffen.
Uit het bezwaarschrift hebben wij begrepen dat de bezwaren zich
niet richten tegen de uitbreidingsplannen aan Haagweg 209 maar
tegen het niet of onvoldoende verlenen van medewerking door
burgemeester en wethouders aan uitbreidingsplannen aan Haagweg
199. Middels het bestreden voorbereidingsbesluit wordt de
verlening van medewerking aan de uitbreidingsplannen aan Haagweg
209 mogelijk gemaakt. Het verlenen van die medewerking staat
echter in geen enkel verband tot het onthouden van medewerking
aan uitbreidingsplannen elders. Door dat voorbereidingsbesluit
is bezwaarde dan ook niet rechtstreeks in zijn belang getroffen.
Conclusie: bezwaarde is kennelijk niet-ontvankelijk in het door
hem ingediende bezwaarschrift.
CONSEQUENTIES
Geen