GEMEENTE BREDA RAADSVOORSTEL 1990 20 Registratie nr 906813231 Dienst/afdeling SECR/BJZ Bijlage geen BETREFT BEROEPSCHRIFT, INGEDIEND NAMENS C.P. ROOVERS DOOR MW.MR. J.E. VAN KATWIJK-RUTGERSTEGEN EEN WEIGERING BOUWVERGUNNING T.B.V. DE PERCELEN LIESBOSSTRAAT 32-34-34A. INLEIDING Op 7 april 1988 verleenden wij aan de heer C.P. Roovers vergun ning voor het bouwen van 3 woningen met garage op het perceel Liesbosstraat 32-34-34a. Vervolgens werd op 20 maart 1989 bouw vergunning verleend voor een aantal bouwkundige voorzieningen teneinde de zolder als afzonderlijke tweekamerwoning te kunnen gebruiken. De tweede bouwvergunning betrof een wijziging/aanvul ling van het bouwplan, waarvoor de eerste vergunning was ver leend en welk bouwplan inmiddels al in aanbouw was. Tegen beide bouwvergunningen werd op 10 april 1989 een bezwaar schrift op grond van de wet AROB ingediend door de heer en me vrouw Meijers-Van Lier, destijds bewoners van het naastgelegen perceel. Overeenkomstig het advies van de Commissie voor be zwaar- en beroepschriften besloten wij op 3 november 1989 om het echtpaar Meijers niet-ontvankelijk te verklaren voor zover hun bezwaarschrift zich richtte tegen de eerste bouwvergunning. Het bezwaarschrift was ver buiten de daarvoor geldende termijn inge diend. De termijnoverschrijding kon niet worden gerechtvaardigd. De eerste bouwvergunning was daardoor onherroepelijk geworden. De bezwaren tegen de tweede bouwvergunning werden deels gegrond verklaard en deze bouwvergunning werd alsnog geweigerd. De belangrijkste reden voor ons om de verleende bouwvergunning na heroverweging alsnog te weigeren, was dat wij bij nader in zien hebben moeten constateren dat het bouwplan op meerdere on derdelen niet in overeenstemming was met het ter plaatse vige rende bestemmingsplan. Tegen onze beslissing tot het alsnog weigeren van de gevraagde vergunning werd bij schrijven van 1 december 1989 namens de heer C.P. Roovers op grond van de Woningwet bij de gemeenteraad be roep aangetekend door mw. Mr. J.E. van Katwijk-Rutgers van de Stichting Rechtshulp CNV. Het beroepschrift is in handen gesteld van de Commissie voor bezwaar- en beroepschriften. Op 22 februa ri 1990 heeft een hoorzitting plaatsgevonden, waarvan het ver slag bij de stukken in het proces-verbaal is gevoegd. Het standpunt van de Commissie voor bezwaar- en beroepschriften is integraal opgenomen onder de rubriek motivering/toelichting. Wij stellen u voor om overeenkomstig het advies van de commissie te besluiten. VOORSTEL 1. het ingestelde beroep ongegrond te verklaren. MOTIVERING/TOELICHTING De Commissie voor bezwaar- en beroepschriften is naar aanleiding van het beroepschrift tot het volgende oordeel gekomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 161