GEMEENTE BREDA
RAADSVOORSTEL
Registratie nr
Dienst/afdeling
Bijlage
1991 185
917906144
OW
1
BETREFT Wijziging en opheffing Gemeenschappelijke Regeling
Woonwagenschap Breda.
INLEIDING
Het Woonwagenschap heeft tot taak te voorzien in de behoefte aan
standplaatsen voor wagenbewoners door middel van het stichten,
beheren en exploiteren van woonwagencentra in de gemeenten bin
nen het rechtsgebied van het Schap. Tevens behoort het tot de
taak van het Schap het bevorderen van het maatschappelijk wel
zijn van de woonwagenbewoners.
De aanleg van woonwagenlocaties geschiedt op basis van het pro
vinciaal woonwagenplan na aanwijzing van de locaties door de
gemeenteraden
Reeds een aantal jaren wordt uitvoering gegeven aan het van
rijkswege aangegeven beleid om te komen tot het afbouwen van de
grote centra en het inrichten van kleine locaties met maximaal
15 standplaatsen.
In het rechtsgebied van het Woonwagenschap Breda is dit deconcen
tratieproces nagenoeg voltooid. In Breda dienen nog twee loca
ties, waaromtrent u reeds besluiten heeft genomen daadwerkelijk
te worden aangelegd. Ook de hervestiging van enige sloopbedrijven
op Driekoningenoord kan worden opgelost.
Uitgangspunt bij deze deconcentratie van de huisvesting was te
vens om over de gehele linie te komen tot een beëindiging van
een categorale behandeling van de wagenbewoners. In die gedach-
tengang past niet meer het opereren van een woonwagenschap. De
relatie overheid - wagenbewoner zal zich dienen te voltrekken
binnen de voorschriften en regels zoals deze voor alle burgers
gelden. Als uitvloeisel hiervan zal in de nabije toekomst de
woonwagenwet voor een belangrijk gedeelte komen te vervallen en
zullen de huisvestingsaspecten deel gaan uitmaken van de Huis-
vestingswet. Deze ontwikkelingen alsmede de wijziging van de Wet
Gemeenschappelijke regeling per 1 januari 1985 hebben er toe
geleid, dat in 1987 reeds de vraag aan de orde is gesteld of en
in hoeverre verder zou worden gegaan met een of andere vorm van
gemeenschappelijke behartiging van woonwagenzaken binnen het
gebied van het Stadsgewest Breda.
Een en ander heeft er toe geleid, dat uw raad op 28 januari 1988
besloten heeft in principe akkoord te gaan met een tijdelijke
voortzetting van de Gemeenschappelijke Regeling Woonwagenschap
Breda* tot uiterlijk 1 januari 1992 of zoveel korter als mogelijk
is.
Deze periode werd nodig geoordeeld om voldoende tijd te hebben
om te komen tot afbouw van Driekoningenoord, de liquidatie van
de gemeenschappelijke regeling en overdracht van taken aan de
individuele gemeenten.
Het Algemeen Bestuur komt thans met het voorstel tot opheffing
van de Gemeenschappelijke Regeling.