GEMEENTE BREDA RAADSVOOSTEL Registratnr Dienst/afdeling Bijlage I. INLEIDING/MOTIVERING -1- :1991/186 917004888 :Wlz/cult Betreft: planontwikkeling Stadsschouwburg. In onze brief van 3 0 mei 1991 hebben wij Uw raad medegedeeld af te zien van de bouw van een schouwburg aan het Van Coothplein op basis van het door het architektenburo EGM/Van Schijndel b.v. op 22 mei jl. ingediende Definitief Ontwerp (D.O.) waarvan ons College heeft gekonstateerd dat het aan alle daar aan te stellen eisen voldoet. Ons besluit was gebaseerd op het feit dat realisering van het plan onoverkomenlijke bezwaren zou kunnen opleveren ten aanzien van de risico's, verbonden aan procedures in het kader van de hinderwet, de bouwvergunning en de monumentenverordening. De uitvoering van het plan zou daardoor binnen de gestelde tijdsfasering niet mogelijk zijn. Uit nadere studie in relatie tot de verkrijging van de vereiste vergunningen is het volgende gebleken. Bouwvergunning Voor het betreffende gebied is geen bestemmingsplan van kracht. Derhalve geldt de bouwverordening als toetsingskader. Het voor liggende ontwerp is qua bouwmassa, hoogte en diepte niet in overeenstemming met deze bouwverordening. Alleen door middel van vrijstellingen is het mogelijk om bouwvergunning te verlenen. Met name betreft het hier de vrijstellingen voor het bouwen van de middenzaal in de erfafscheiding van de belendende percelen aan de Nieuwe Ginnekenstraat en het overschrijden van de achter gevelrooilijn door het bouwen op het binnenterrein. Het verlenen van vrijstellingen, welke nodig zijn voor het ver lenen van een bouwvergunning, is een beslissing welke op grond van de wet A.R.O.B. de mogelijkheid biedt aan iedere belanghebbende een bezwaarschrift in te dienen bij het College van Burgemeester en Wethouders. Vervolgens kunnen bezwaarmakers eventueel beroep aantekenen bij de Raad van State. Op grond van de ons in december 1990 bekend zijnde gegevens, hebben wij aanvankelijk gekozen voor het verlenen van vrijstel lingen. Het D.O.zoals dat op 22 mei jl. werd aangeboden, vertoont echter zodanige wijzigingen ten opzichte van de gegevens van december 1990, dat een en ander betekent dat voor het gebied een bestem mingsplanprocedure noodzakelijk is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 1779