-2-
nr. 186
Het bovenstaande betekent onzekerheid ten aanzien van de vraag of,
en zo ja op welk tijdstip, een bouwvergunning zou kunnen worden
verleend.
Hinderwet
Uitvoering van het schouwburgplan aan het Van Coothplein heeft
voor de omgeving direkte en indirekte gevolgen, die op gespannen
voet staan met de hinderwet.
Bestudeerd werd welke maatregelen genomen zouden moeten worden om
de verwachte overlast tot aanvaardbare normen te kunnen te
rugdringen.
Daarbij is onderzoek verricht naar alternatieve ontsluitings
mogelijkheden van het achterterrein, geluidsbelasting als gevolg
van de verkeersbewegingen op het achterterrein en de verkeersaf
wikkeling in algemene zin in de direkte omgeving.
De resultaten van deze onderzoeken hebben uitgewezen dat het on
mogelijk moet worden geacht om zodanige maatregelen te nemen dat
de direkte en indirekte gevolgen voor de omgeving tot een aan
vaardbaar nivo kunnen worden teruggebracht.
Monumentenverordeninq
Uitvoering van het voorliggende plan betekent dat het pand van de
gemeentelijke monumentenlijst moet worden afgevoerd.
Alvorens ons College een dergelijk besluit kan nemen, dient advies
te worden gevraagd aan de Monumenten Advies Raad (MAR)
Wij hebben een dergelijk advies gevraagd.
Ofschoon de MAR handhaving van de gevel op de gemeentelijke mo
numentenlijst bepleit, menen wij in zijn algemeenheid dat er ar
gumenten kunnen zijn om dit advies niet op te volgen.
Op dat moment ontstaan er beroepsmogelijkheden die de uitvoering
van een dergelijk besluit vele jaren kunnen vertragen.
Konklusie
De risico's in verband met bovengenoemde randvoorwaarden zijn ons
pas in z'n volle omvang definitief duidelijk geworden toen op 22
mei jl. het D.O. ter tafel lag.
Daarna hebben wij besloten van realisering van een nieuwe
schouwburg aldaar af te zien.
Op basis van een studie naar mogelijke alternatieve lokaties is
ons gebleken dat er op diverse plaatsen goede mogelijkheden aan
wezig lijken te zijn zonder de bovengenoemde risico's.
De reden dat eerst nu tot deze konklusie kan worden gekomen, moet
worden gezocht in:
a) het verlangen, met unanieme instemming van Uw raad, de reeds
gedane investeringen aan het Van Coothplein niet teniet te
doen;
b) het feit dat verondersteld mocht worden dat vanuit een
historisch oogpunt de lokatie Van Coothplein een goede
lokatie voor de nieuwe schouwburg zou zijn, omdat
- de bouw conform de bouw van de toneeltoren voor wat betreft
bouwvergunning geen problemen zou geven;