-3- nr. 186 - de (geluids)hinder aan de achterzijde op een aanvaardbare wijze zou kunnen worden opgelost; - de schouwburg op deze lokatie al meer dan 100 jaar als zodanig funktioneert Uit bovengenoemde studie is ons bovendien gebleken dat nieuwe lokaties tevens de mogelijkheid bieden om tot een nog betere indeling van het gebouw zelf te komen. Tenslotte menen wij dat een nieuwe lokatie een niet minder grote bijdrage aan het stedelijk gebeuren kan betekenen met een uit straling voor de gehele stad. II. OPLOSSINGSRICHTING In onze brief dd. 30 mei jl. en daarbij behorende bijlage hebben wij U gemeld dat er vier mogelijke andere lokaties zijn gevonden. Deze zijn: - hoek Fellenoordstraat/Markensdaalseweg; - Chasséveld; - lokatie "Verhuurkantoor" aan de Claudius Prinsenlaan; - lokatie tussen het Stadskantoor en de Kloosterkazerne. In de nadere toelichting is erop gewezen dat deze lokaties een nader onderzoek vergen, met name ten aanzien van het benodigde volume. Bij verder onderzoek naar deze lokaties geldt als uitgangspunt dat alle elementen genoemd in het vastgestelde Programma van Eisen (PvE)al of niet op 1 lokatie, van kracht blijven. Wij stellen U voor om ons College de ruimte te geven een nadere studie te verrichten naar de invulbaarheid van het PvE, of ele menten daarvan, op bedoelde vier lokaties. In eerste instantie zal deze studie het karakter hebben van een globale toets, op basis waarvan daarna 1 oplossing definitief kan worden uitgewerkt. Tegelijkertijd moet in samenhang hiermee een onderzoek plaats vinden naar de mogelijkheden van de huidige schouwburg aan het Van Coothplein. Gezien het bovenstaande is het in dit stadium nog niet mogelijk een definitieve uitspraak te doen over de financiële konsekwenties van een en ander. Ons College beraadt zich nog over de wijze waarop de organisatie ten behoeve van nader onderzoek moet worden ingericht. In elk geval willen wij de Commissie Ad Hoc ten nauwste bij dit proces betrekken Ook beraadt ons College zich nog over de vraag of in dit stadium de inschakeling van een architekt noodzakelijk is, en zo ja, met welke architekt gewerkt moet worden. Het moge duidelijk zijn dat ten behoeve van de hierboven be schreven studie een werkkrediet noodzakelijk is. Wij stellen U voor om het reeds toegestane krediet ad f 3,5 min (raadsbesluit dd. 2 mei 1991) hiervoor te bestemmen. Het ligt in ons voornemen om over de globale verdeling van dit totale krediet in meer konkrete werkkredieten het gevoelen van de Commissie Ad Hoc in te winnen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 1783