gemeente Breda in te trekken: overeenkomstig het bepaalde in artikel 84, eerste lid, van de gemeentewet aan te wijzen als plaatsvervanger van de burgemeester: vast te stellen de volgende verdeling van de taken van het college van burgemeester en wethouders: Burgemeester en wethouders van de gemeente Breda; besluiten: I. II. III. hun besluit ter zake van 28 november 1991; 1. de heer R.G.P. Sandberg; 2. de heer H.J.F. van Raak; 3. de heer E. de Bruijn; 4. de heer A.W. Koekkoek; 5. de heer W.P. van Dongen; 6. de heer W.M.M. van Fessem. a. de burgemeester (E.H.T.M. Niipels)Algemene zaken: - Algemene zaken - Beleidsplanning - Coördinatie bestuurlijke aangelegenheden - Werkwijze gemeentelijke bestuursorganen - Openbare orde en veiligheid - Brandweer - Coördinatie bestuurlijke preventie criminaliteit - Coördinatie juridische zaken - Coördinatie bovengemeentelijke aangelegenheden (inclusief Stadsgewest Breda) - Representatie en public relations - Ontwikkelingssamenwerking - Privacy - Archiefdienst (exclusief cultuur-historische aspec ten) - Secretarie - Sociaal wetenschappelijk onderzoek - Burgerzaken b. de wethouder voor Economische zaken, werkgelegenheid, personeel en organisatie, informatietechnologie (R.G.P. Sandberg) - Werkgelegenheid - Sociale werkvoorziening - Middenstandszaken (inclusief Winkelsluitingswet en verkoop standplaatsen)

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 1030