RAADSVOORSTEL vervolg yp~ Start gehanteerde uitzendtarief De met de opleiding samenhangende kosten komen in aanmerking voor een scholingssubsidie in het kader van de Kaderregeling Scholing van het R.B.A. Vanuit de omzet en de scholingssubsidies zijn niet alle kosten te dekken. Rekening houdend met een leeglooprisico van maximaal 20% is er sprake van een exploitatietekort van f 257.000,- op jaarbasis. De gemeente en het R.B.A. worden verzocht in dit (maximaal te verwachten) exploitatietekort te voorzien. Blijkt het leeglooprisico hoger te worden dan 20% (en derhalve ook het exploitatietekort stijgt) dan stelt Start zich voor het meerdere garant. Op het leeglooprisico wordt onder punt 4 verder ingegaan. 4. Leeglooprisico Inherent aan een arbeidspool is wat in vaktermen het leeglooprisico genoemd wordt. De leegloop van een arbeidspool veroorzaakt een daling van de omzet, hetgeen directe consequenties heeft voor de financiering van de arbeids pool. De "leegloop", of liever gezegd omzetdaling, kan bijvoorbeeld de volgende oorzaken hebben: a. Een werknemer verlaat voortijdig de pool (bijvoorbeeld vanwege het aanvaarden van een vast dienstverband of omdat gewoon sprake is van uitval), voordat het voor de pool op basis van tariefstelling en minimale detacheringsduur vastgestelde zgn. "breakeven point" bereikt wordt; b. Als een poolwerknemer onvoldoende gekwalificeerd blijkt, dient de detachering tijdelijk onderbroken te worden om de werknemer bij te scholen. De vergoeding van het inlenende bedrijf valt dan weg en er treedt een omzetdaling op; c. "Werkloze poolwerknemers" als gevolg van een kleinere personeelsvraag van bedrijven dan het aanbod van de pool; d. Verzuim door de poolwerknemer. 5. Maatregelen ter voorkoming oorzaken omzetdaling/leeglooprisico De gemeente en het R.B.A., als financiers van het exploitatietekort, hebben er alle belang bij dat het leeglooprisico zo beperkt mogelijk blijft. In de besprekingen met Start is dit aspect uitgebreid aan de orde geweest, waarbij Start heeft gegarandeerd dat bij de opzet en uitvoering van de pool maatregelen zijn c.q. worden genomen die de hiervoor onder punt 4. genoemde oorzaken moeten voorkomen. Onder andere doordat de pool onderdeel zal uitmaken van de UNISTART-formule en de deelnemers twee weken voorafgaand aan indiensttreding bij de pool een intensieve instroomcursus zullen moeten doorlopen, verwacht START dat de hiervoor onder punt a. en b. genoemde oorzaken van omzetdaling nauwelijks zullen voorkomen. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat een omzetdaling als gevolg van het feit dat een werknemer vanwege het aanvaarden van regulier werk voortijdig de pool verlaat een aanvaardbaar risico is. Hierdoor wordt immers de doelstelling van de pool eerder bereikt. De onder punt c. genoemde oorzaak zal door een goede planning voorkomen kunnen worden en onrechtmatig verzuim zal dankzij een intensive begeleiding beperkt kunnen worden. 6. Subsidie Volgens de begroting is - uitgaande van een maximaal leeglooprisico van 20% - het maximaal ten laste van subsidiegevers (gemeente, R.B.A. en Europees Sociaal Fonds) komende exploitatietekort f 257.000,- op jaarbasis. In overleg met het R.B.A. wordt voorgesteld als gemeente tot een bedrag van maximaal f 85.600,- in dit tekort te voorzien. Het R.B.A. is bereid in het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 1069