T
BIJLAGE IS ADVIES PROVINCIALE PLANOLOGISCHE COMMISSIE
Hieronder zijn de opmerkingen van de P.P.C. samengevat. Daar
bij is tevens aangegeven tot welke categorie de opmerking be
hoort. Deze hebben de volgende betekenis:
Ionaanvaardbaar
II. aanvaardbaarheid onduidelijk, onvoldoende motivering
III. kwaliteitsverhoging plan.
Advies ten aanzien van de structuurvisie
Vanuit de stadsregionale uitwerking van het streekplan is een
viertal uitgangspunten voor dit plangebied van toepassing
(II)
1. Het ontwikkelen van een economische basisstructuur op
stedelijk en stadsregionaal niveau, waarbij ook rekening
wordt gehouden met mogelijk op lange termijn te verwach
ten stedelijke en economische ontwikkelingen aan de west
zijde van de A 16,
2. Het realiseren van een ruimtelijke en functionele relatie
tussen het stedelijk gebied ten noorden en ten zuiden van
de spoorzone en in het bijzonder het verbeteren van de
relatie van het woongebied de Haagse Beemden met de bin
nenstad.
3. Het ontwikkelen van een hoogwaardige stedelijke structuur
binnen het plangebied zelf, om de bovengenoemde economi
sche basisstructuur en noord-zuidrelatie te kunnen reali
seren.
4. Het realiseren van een westtangent met een kwalitatief en
kwantitatief passende functie, die kan bijdragen aan de
beeldvorming van de westzijde van de stad Breda.
Vanuit het vorenstaande komt de commissie tot het volgende
advies
1. Omdat op dit moment niet te beoordelen is of een verdere
stedelijke ontwikkeling in westelijke richting gewenst en
noodzakelijk is, mag het bestemmingsplan de mogelijkheden
voor en verdere westelijke ontwikkeling, eventueel op
langere termijn, niet nu al uitsluiten. (II)
2Bij de nadere uitwerking van de hoofdbestemmingen dient
vooral op basis van de uitgangspunten aandacht gegeven te
worden aan de ruimtelijke samenhang met het omliggende
gebied en de interne samenhang binnen het gebied. (II)
Bij het antwoord op een bezwaar is telkens door middel van
in de marge aangegeven of dit leidt tot een aanpassing van het
bestemmingsplan. De aanpassing is in het antwoord kort om
schreven.
Antwoord
In deze vier punten wordt door de Provinciale Planologische
Commissie het kader verduidelijkt, van waaruit de structuurvi
sie en het bestemmingsplan worden beoordeeld.
1. In het geval er op stadsregionaal niveau zou worden geko
men tot een uitbreiding van de stad Breda in westelijke
richting, over de autosnelweg A16 heen, hetgeen voors
hands niet wordt aangenomen, dan maakt het onderhavige
plan een dergelijke ontwikkeling niet onmogelijk. Het
realiseren van een ruimtelijke relatie met die westelijke
uitbreiding zal, gezien de enorme barrièrewerking van
deze zware infrastructurele verbinding met de daarbij aan
te houden afstanden vanuit verkeers- en milieu-oogpunt,
minder goed mogelijk zijn. De relaties zullen daarom
sterk verkeersgebonden zijn. Het nu voorliggende bestem
mingsplan biedt daarvoor voldoende mogelijkheden. De Et-
tensebaan als hoofdroute voor het autoverkeer en open-
baar-vervoersroute en de Leursebaan als langzaam-ver-
keersverbinding kunnen daarin zeker hun taak vervullen.
2. Bij de nadere uitwerking van het bestemmingsplan zal re
kening worden gehouden met de ruimtelijke samenhang met
het omringende gebied en de interne samenhang binnen het
gebied. De plantoelichting en de beschrijving in hoofd
lijnen in de planvoorschriften geven daartoe voldoende