gemeente Breda
RAADSVOORSTEL 1991 23
Registratie nr 917010556
Dienst/afdeling Wlz/MDSO
Bijlage 1
BETREFT NOTA ALGEMEEN MAATSCHAPPELIJK WERK
INLEIDING
Diverse ontwikkelingen hebben aanleiding gegeven tot het schrij
ven van een gemeentelijke nota over Algemeen Maatschappelijk
Werk.** De belangrijkste daarvan is de volledige decentralisatie
van de verantwoordelijkheid van deze werksoort van de landelijke
overheid naar de plaatselijke overheden per 1 januari 1989.
In de nota ligt de nadruk op het algemeen maatschappelijk werk,
maar daarnaast wordt ook aandacht besteed aan andere werksoorten
binnen de maatschappelijke dienstverlening voor zover deze door
het Instituut voor Maatschappelijke Welzijn worden uitgevoerd.
Een deel van deze andere werksoorten van het IMW wordt (in een
aantal gevallen gedeeltelijk) door ons gesubsidieerd.
De eerste vier hoofdstukken van de nota zijn informatief. In de
hoofdstukken 5 en 6 wordt het gemeentelijke (financiële) beleid
ten aanzien van jhet algemeen maatschappelijk werk (c.q. het
IMW) geformuleerd.
Hieronder volgt een korte samenvatting van het voorgenomen be
leid.
A. Algemene uitgangspunten.
a. het AMW is een basisvoorziening binnen de eerste lijn.
b. het IMW wordt gehandhaafd als zelfstandige (regionale)
instelling voor algemeen maatschappelijk werk.
c. er moet voldoende samenhang en afstemming in beleid en
uitvoering zijn tussen het IMW en andere instellingen op
het terrein van zorg en welzijn.
B. Uitgangspunten voor de hulpverlening.
De hulpverlening van het AMW moet laagdrempelig zijn in een
drietal opzichten:
a. de goede bereikbaarheid en beschikbaarheid moet
gegarandeerd worden door een zoveel mogelijk
gedecentraliseerd hulpaanbod en een goed functionerende
7 x 24 uur bereikbaarheidsdienst.
b. wachtlijsten en uitgebreide intakeprocedures moeten worden
voorkomen. De hulpverlening moet snel van start gaan, zo
kort zijn als mogelijk is en nooit langer dan nodig is.
c. informatie, advies en concrete dienstverlening moeten
wezenlijke bestanddelen blijven vormen van het AMW. Daar
waar een lichtere vorm van hulpverlening afdoende is,
dient een zwaardere vorm achterwege te blijven. Een
actieve, directieve houding van de hulpverlener heeft de
voorkeur boven een psychologiserende, indirectieve hou
ding.
C. Uitgangspunten/voorwaarden ten aanzien van de hulpverlening
aan bijzondere doelgroepen en bij bijzondere problematieken.
1. Binnen het AMW:
a. specifieke aandacht is acceptabel voor die categorieën
waar zich probleemconcentraties voordoen en die
slechts in geringe mate (relatief gezien) vanuit het
algemene hulpaanbod worden bereikt.