t BIJLAGE 3: SAMENVATTING VAN DE BEZWAREN Bij het antwoord op een bezwaar is telkens door middel van in de marge aangegeven of dit leidt tot een aanpassing van het bestemmingsplan. De aanpassing is in het antwoord kort om schreven Algemeen 1. Er is onvoldoende rekening gehouden met de ideeën van de burgers, zoals die naar voren zijn gebracht op de in spraakavonden. (51) 2. Het advies van de Provinciale Planologische Commissie is niet in het bestemmingsplan opgenomen. (55, 76) Hoofdopzet van het plan 3. De noodzaak van de bedrijfs- en de woonbestemmingen zijn onvoldoende onderbouwd en kunnen daardoor niet worden afgewogen tegen de bestaande functies in dit plangebied en de daar aanwezige waarden. Elders in Breda zijn vol doende bedrijfs- en woonlocaties aanwezig om te kunnen voldoen in de behoefte. (7, 28, 29, 52, 65, 68, 76) 4. Diverse agrarische bedrijven zijn niet als zodanig be stemd, maar onder het overgangsrecht gebracht. Over aan koop van die bedrijven zijn nog geen contacten geweest. Ter plaatse is nauwelijks compensatiegrond aanwezig, ter wijl dat, vooral voor de bedrijven in Steenakker, gewenst is. Bovendien is deze locatie zeer gunstig voor tuinbouw bedrijven, omdat er sprake is van een kwalitatief hoog waardige bodem en een korte afstand tot de veiling. Door onzekere situatie ontstaat bedrijfsschade. (3, 4, 17, 18, 21, 22, 24, 25, 26, 28, 29, 30, 31, 33, 34, 35, 36, 37, 38, 47, 48, 67, 70, 76, 85) Antwoord 1. Tijdens de voorbereidingsfase van dit bestemmingsplan is op een tweetal avonden door insprekers een groot aantal opmerkingen en suggesties gedaan. Bij de opstelling van het bestemmingsplan, zoals dat ter visie heeft gelegen is daarmee, voor zover dat mogelijk was, met deze opmerkin gen en suggesties rekening gehouden. In hoofdstuk 8 van de plantoelichting is uitvoerig op de afzonderlijke pun ten ingegaan. 2. Alhoewel het advies van de Provinciale Planologische Com missie enkele maanden voor de tervisielegging van het ontwerp-bestemmingsplan is gevraagd, is het definitieve advies pas op 17 maart 1992 ontvangen. Het kon daarom niet in het ontwerp-bestemmingsplan worden verwerkt. De verwerking gebeurt nu bij de vaststelling. Het advies met de reactie van ons college is als bijlage 1 bij dit raadsstuk gevoegd. 3. Op de behoefte aan bedrijfsterreinen en aan woningen is in de toelichting op het bestemmingsplan uitvoerig inge gaan. In het concept-structuurschema bedrijventerreinen voor de regio Breda van december 1991, dat is opgesteld als een uitwerkingsplan van het streekplan West-Brabant voor de ontwikkeling van het stadsregionaal verstedelij- kingsmodel en het commentaar van de provincie Noord-Bra bant daarop blijkt, dat voor Breda in de periode 1991 - 2000 een tekort aan, vooral hoogwaardige en lichte, be drijventerreinen zal bestaan van 100 ha. Bij de bereke ning van dat tekort is er al van uitgegaan, dat in Hei laar 15 ha bedrijventerrein kan worden ontwikkeld. Het resterende tekort is één van de redenen om ook in Steen akker een bedrijvenlocatie van 35 40 ha te ontwikkelen. In de huisvestingsnota is sprake van een minimumprogramma van 800 woningen per jaar voor de komende 10 jaar. 4. De gronden van de diverse wegbestemde agrarische bedrij ven zijn noodzakelijk voor de realisering van het plan. Compensatiegronden zijn in het plangebied niet aanwezig. Van de gronden met de bestemming UBK in Steenakker is ca 30 al in eigendom bij de gemeente. Voor het overige zijn de onderhandelingen vrij ver gevorderd. Zolang de bestemming nog niet is gerealiseerd kunnen de bedrijven onder vigeur van het overgangsrecht verder worden geëx ploiteerd. In paragraaf 6.6 van de toelichting op het bestemmingsplan wordt als realiseringstermijn voor Steen akker uitgegaan van de periode 1996 tot 2000, voor kanto ren ligt die termijn tussen 2000 en 2005.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 1143