1 1 ven als gevolg van de beperking van de uitbreidingsmoge lijkheden, en schade voortvloeiend uit de uitvoering van dit bestemmingsplan, dienen door de gemeente Breda te worden gedragen. (51, 57, 58, 72, 73, 74, 78) Diversen 53. Straalpaden beschermen door aanduiding op de plankaart met toegevoegde hoogtebepaling. (1) 54. Het installatie- en dakdekkersbedrijf wordt ingeklemd tussen twee scholen, zodat wederzijds overlast kan worden verwacht. Volgens het bestemmingsplan is het gelegen in een uit te werken woongebied, waarin geen bedrijven zijn toegelaten. Bedrijfsverplaatsing is noodzakelijk. (8) 55. Gezien de uitvoeringstermijnen van dit bestemmingsplan zal de Leursebaan nog geruime tijd een doorgaande verbin dingsweg blijven. Daarom zijn voetgangerslichten noodza kelijk bij de Boomgaardschool(9) 56. Zowel in de toelichting, als in de voorschriften zal een duidelijke relatie moeten worden gelegd met het Integraal Waterbeheersingsplan Heilaar-Steenakker. (11) 57. Er zal alsnog rekening moeten worden gehouden met een uitbreiding van de spoorlijn Dordrecht-Breda-Tilburg met 2 extra sporen en met een vrije kruising van de sporen in dit plangebied. (12) 58. Bezwaar tegen onteigening van een gedeelte van het per ceel. (19) 59. Door de beëindiging van het gebruik van volkstuinencom plex De Moskes zal een nog groter terrein braak komen te liggen, waardoor een nog intensiever onkruidbestrijding binnen het bedrijf moet plaatsvinden. (21) bestemmingsplan schade lijdt, die redelijkerwijze niet of niet geheel te eigen laste behoort te blijven en waarvan de vergoeding niet of niet voldoende door aankoop, ontei gening of anderszins is verzekerd, kan aan de gemeente raad om vergoeding van die schade worden gevraagd (arti kel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening). Schade, veroor zaakt door de uitvoering van het bestemmingsplan komt niet voor vergoeding in aanmerking. 53. De straalpaden zijn aangegeven op de bestemmingsplan- kaart. De maximaal toegestane bouwhoogte ligt in het laagstgelegen straalpad op 28 meter boven N.A.P. Gezien de hoogteligging van het gebied op maximaal 4,6 meter boven N.A.P. en de maximale bouwhoogte van 20 meter bin nen de bestemmingen, waarboven straalpaden voorkomen, be staat er geen gevaar voor de over het plangebied lopende straalverbindingen. Er is dan ook geen noodzaak aanwezig voor een regeling als in het bezwaarschrift aangegeven. 54. Een en ander zal moeten worden bezien in het nieuwe be stemmingsplan voor het woongebied zie ook het antwoord op nr. 50) 55. In verband met de geschetste problematiek is ter hoogte van de nieuwbouw van de school voorzien in een rotonde op het kruispunt Meidoornstraat-Tuinzigtlaan om op deze wij ze automobilisten te dwingen hun rijsnelheden te verlagen en om de oversteekbaarheid van dit kruispunt voor het langzaam verkeer (fietsers en voetgangers) te verbeteren. 56. Voorgesteld wordt om in de toelichting een paragraaf over de waterbeheersingsproblematiek op te nemen en in de be schrijving in hoofdlijnen (artikel 3 van de planvoor schriften) daarbij aan te sluiten. 57. Voor zover bekend zal de verbreding van de spoorlijn Dor- drecht-Breda-Tilburg en het maken van een vrije kruising in dit plangebied na de planperiode worden gerealiseerd. Daarom is opneming in dit bestemmingsplan niet mogelijk. Bij deze wordt echter de bereidheid uitgesproken om tot planherziening over te gaan als de plannen een definitie ver karakter krijgen. In de fasering komt het deelgebied Steenakker pas in 1996 aan de beurt voor uitvoering. In de tijd bestaat dus voldoende ruimte om te komen tot een goede, integrale oplossing, waarbij ook de westtangent moet worden betrokken. Overigens bestaat dezerzijds de voorkeur voor een oplossing, waarbij gebruik wordt ge maakt van de ruimte in het driehoekig gebied tussen de beide spoorlijnen. 58. Het door de reclamant bedoelde perceelsgedeelte is nood zakelijk voor de aanleg van de westtangent. Het perceels gedeelte zal ofwel door minnelijke verwerving, dan wel door onteigening in eigendom moeten worden verkregen. 59. Het bezwaar is gericht tegen een overgangssituatie, die in afwachting van de realisering van het bestemmingsplan zal ontstaan en niet tegen het bestemmingsplan zelf.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 1155