RAADSVOORSTEL vervolg 3
Het activerend arbeidsmarktbeleid voor jongeren voorziet in een
intensieve dienstverlening door het Arbeidsbureau om iedere
jongere die zich als werkzoekende inschrijft binnen een half
jaar na schoolverlating te bemiddelen naar passend werk en/of
passende scholing. Lukt dit niet dan krijgt de jongere in het
kader van de sluitende aanpak van de jeugdwerkloosheid door de
gemeente een werkervaringsplaats op grond van het jeugdwerk
garantieplan aangeboden. Het Arbeidsbureau en de gemeente
proberen vervolgens de jongere door extra inspanningen, b.v. in
de vorm van oriëntatie, schakeling of scholing, zo snel mogelijk
te laten doorstromen naar regulier werk.
Hoewel de sluitende aanpak van de jeugdwerkloosheid door ar
beidsvoorziening en gemeente voor een belangrijk deel van de
jonge werkzoekenden kan leiden tot passend werk en/of scholing,
is voor specifieke groepen een meer individuele "maatwerk"
aanpak noodzakelijk. De V.S.0./M.L.K.-schoolverlaters kunnen
worden gerekend tot deze laatste groep. De toeleiding van deze
jongeren naar de arbeidsmarkt vereist een zeer specifieke
deskundigheid die binnen arbeidsbureau en gemeente niet aanwezig
is. Zoals hiervoor reeds is aangegeven heeft het V.S.O./M.L.K.-
project in de afgelopen jaren een grote deskundigheid opgebouwd
met betrekking tot bemiddeling van deze jongeren. Het project
heeft haar bestaansrecht en het belang voor de doelgroep op
basis van de behaalde resultaten aangetoond. Ook het R.B.A.
erkent in zijn Beleidsplan 1992 de V.S.0./M.L.K.-schoolverlaters
als een specifieke aandachtsgroep
Het is dan ook van belang dat zowel het arbeidsbureau als de
gemeente kunnen profiteren van de binnen dit project aanwezige
deskundigheid en ervaring met deze doelgroep. Hiermee wordt
enerzijds bevorderd dat ook deze jongeren onmiddellijk na
schoolverlating adequaat worden opgevangen en wordt anderzijds
voorkomen dat de jongeren werkloos worden en na een h jaar in
het J.W.G. instromen.
Toekomstig kader.
Zowel het R.B.A. als de gemeente erkennen het belang van het
behoud van de in dit project opgebouwde deskundigheid. Op dit
moment wordt tussen het R.B.A. en de dienst Economische Zaken en
Werkgelegenheid ambtelijk overleg gevoerd over een definitieve
inpassing van het project en de gehanteerde werkwijze ten
aanzien van deze doelgroep. Het is van belang dat een structure
le inkadering in de door R.B.A. en gemeente nog verder te
ontwikkelen sluitende aanpak van de jeugdwerkloosheid wordt
gerealiseerd in plaats van jaarlijkse subsidieverlening aan een
afzonderlijk project als het onderhavige. Ten aanzien van nog
enkele andere projecten die zich op andere specifieke zwakke
groepen richten wordt eenzelfde benadering gekozen. Omdat
verwacht wordt dat dit overleg pas in de loop van 1992 tot
overeenstemming zal leiden, is het van belang dat de aandacht
voor V.S.O./M.L.K.-schoolverlaters door het Arbeidsproject nog
in 1992 wordt gecontinueerd.