RAADSVOORSTEL vervolg 207
Gezien de goede uitgangssituatie wordt gekozen voor een preventieve
beheerstrategieDoel van het beheer in de buurt Gerardus Majella is:
"het op peil brengen en houden van een goed woon- en leefklimaat, waardoor
wordt voorkomen dat ingrijpende maatregelen in het kader van stadsvernieu
wing of nieuwe plannen van aanpak binnen afzienbare tijd noodzakelijk
zijn"
Dit betekent bovenal, dat de vinger nauwgezet aan de pols gehouden moet
worden. Alleen door vroegtijdige signalering is het mogelijk problemen in
de kiem te smoren. Daarnaast vraagt met name het sociale aspect (bewoning,
sociaal-economische ontwikkeling en overlast) om een actieve opstelling van
de kant van beheerders en gebruikers
In het beheerplan wordt de beheerstrategie uiteengezet. Hierbij wordt
onderscheid gemaakt tussen technisch, sociaal en ruimtelijk beheer. Onder
technisch beheer wordt verstaan het onderhouden en aanpassen van woning en
woonomgeving. Bij sociaal beheer draait het om het behoud en verbetering
van de leefbaarheid van de buurt. Ruimtelijk beheer is de continue zorg
voor de ruimtelijke kwaliteit van de buurt.
Samenwerkingsovereenkomst
Bij het beheer van Gerardus Majella zijn een groot aantal partijen betrok
ken. Het gevolg is dat het beheer sterk versnipperd plaatsvindt. Deze
versnippering staat op gespannen voet met de beleving van de bewoner, die
zijn buurt als een samenhangend geheel ziet. Indien deze samenhang ont
breekt ontstaat onvrede over de buurt, waardoor de betrokkenheid van de
bewoner afneemt
Een intensieve coördinatie in het beheer van Gerardus Majella is en blijft
dan ook noodzakelijk. De deelnemers aan de overeenkomst spreken middels
ondertekening de bereidheid uit om samen te werken in het beheer van
Gerardus Majella. De gemeente wordt verzocht daarin ook partij te zijn en
haar steentje bij te dragen aan het gezamenlijk beheer in Gerardus Majella.
Buurtmeester
In het rapport "Ruimte maken voor Gerardus Majella" is geconstateerd dat
een experiment met een buurtbeheerder in deze buurt noodzakelijk is. In
1989 is daartoe subsidie aangevraagd en verkregen van de provincie. Eind
1991 is dit experiment geëvalueerd in het rapport "Evaluatie experiment
buurtbeheerder Gerardus Majella Breda". U heeft hiervan inmiddels kennisge
nomen
Algemene conclusie van genoemd evaluatie-rapport is, dat het functioneren
van de buurtbeheerder door alle betrokken partijen als positief is ervaren.
Het aantal vernielingen nam af en er was een duidelijk aanspreekpunt voor
iedereen die bij de buurt betrokken was. De aanbeveling in het rapport tot
continuering van het experiment "buurtbeheerder" is gezien de positieve
ervaringen in het beheerplan overgenomen. In haar visie kan de buurtmeester
een belangrijke functie vervullen in het voorkomen van (hernieuwd) verval
van de buurt en een bijdrage leveren aan de verdere ontwikkeling van de
positieve beleving van de bewoner van zijn of haar buurt.
De buurtbeheerder had zowel beleidsmatige als praktische taken. De beleids
groep stelt echter voor, om in de toekomst deze beide taken te splitsen en
te spreken van een "buurtmeester" met voornamelijk praktische taken.