- 4 -
RAADSVOORSTEL vervolg 217
gedragsregels worden vastgesteld die de handelingsruimte van de gesubsi
dieerde instellingen nader bepalen. Duidelijkheid en eenduidigheid op dit
punt is van belang met het oog op een actueel, flexibel en correct beheer
van subsidiegelden door de afzonderlijke instellingen en de verzekering van
rechtsgelijkheid tussen de instellingen onderling bij de toepassing van het
instrument van budgetsubsidies.
Momenteel is een notitie Kaderafspraken Budgetsubsidies in voorbereiding,
die wij dit najaar hopen vast te stellen en die als uitgangpunt zal dienen
bij het maken van afspraken met de gesubsidieerde instellingen omtrent de
handelingsruimte in relatie tot de toegekende budgetsubsidies.
verantwoording
Aan het experiment met de invoering van budgetsubsidie was tevens de
ambitie van "outputsturing" verbonden. Uit de eigen gemeentelijke praktijk
weten we dat de invoering van deze voor de ambtelijke organisatie nieuwe
werkwijze geen eenvoudige zaak is. De formulering van outputdoelstellingen
en de vertaling daarvan in concrete door instellingen te leveren prestaties
vergt eveneens een ontwikkelings- en leerproces en niet in de laatste
plaats een cultuurverandering, zowel in de gemeentelijke organisatie als
bij de gesubsidieerde instellingen en organisaties. Budgetsubsidiëring en
outputsturing vereisen daarnaast een verzakelijking van de relatie tussen
subsidiegever en subsidieontvanger. Deze verzakelijking brengen wij
bijvoorbeeld tot uitdrukking door subsidiebeschikkingen binnen het systeem
van budgetsubsidiëring meer het karakter te geven van subsidiecontracten.
Hieruit moet duidelijk blijken welke afspraken over de te leveren presta
ties er tussen de gemeente en de gesubsidieerde instellingen en organisa
ties zijn overeengekomen.
Over de uitvoering van de gemaakte afspraken zal echter ook verantwoording
afgelegd moeten worden. Deze afspraken zullen controleerbaar en daarom tot
op zekere hoogte meetbaar moeten zijn. Dit is echter pas goed mogelijk als
er adequate instrumenten zijn ontwikkeld die prestatie- en outputgericht-
werken stimuleren en de effecten ervan inzichtelijk maken.
Wij zullen daarom duidelijker dan voorheen goed aan moeten geven welke
prestaties wij vragen en overeenstemming moeten bereiken met de instellin
gen over de wijze waarop verantwoording over de geleverde prestaties plaats
vindt. Dit is, zo blijkt uit het experiment budgetsubsidiëring geen
eenvoudige zaak.
Het experiment met budgetsubsidies voorzag in een viermaandelijkse rappor
tageverplichting van de instellingen. De instellingen hebben over het
algemeen verdienstelijke pogingen ondernomen om op een inzichtelijke wijze
te rapporteren. Tijdens het experiment is er meer zicht ontstaan op de aard
van de informatie die door de instellingen aan de gemeente verstrekt kan en
zou moeten worden. Daarbij werd het tegelijkertijd duidelijk dat veel
relevante prestatiegegevens niet zondermeer beschikbaar zijn en dat er een
praktijk ontwikkeld moet worden waarin door de instellingen op systemati
sche wijze over de geleverde output en het effect daarvan kan worden
gerapporteerd. Tegelijkertijd zal door de gemeente nader moeten worden
aangegeven hoe er op grond van deze door de instellingen geleverde informa
tie beleidsmatig wordt gehandeld.
4