- 6 - RAADSVOORSTEL vervolg 217 Naar kengetallen voor het subsidiebeleid welzijn Met de herziening van de subsidieverordening welzijn is er tegelijkertijd door ons een nieuwe subsidiesystematiek ingevoerd. Binnen deze systematiek wordt een aantal soorten subsidies onderscheiden. Elke soort subsidie kent een eigen rapportageproblematiek. Stimuleringssubsidies betreffen de kleinere subsidies (in principe tot 10.000,-) waarbij vaak op basis van bepaalde normen of sleutels een budget wordt vastgesteld. Deze criteria kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op het aantal leden (sport, scouting) of op het aantal activiteiten (muziek uitvoeringen e.d.). Bij elke volgende subsdieaanvrage dient de betreffende organisatie een verslag in over het voorgaande jaar en geeft zij inzicht in de belangrijkste financiële gegevens. Afrekening achteraf vindt in principe niet plaats, tenzij de overeen gekomen prestatie niet is geleverd. Een controle achteraf (steekproefsgewijs of op basis van een concrete aanlei ding) kan van tijd tot tijd plaatsvinden. Stimuleringssubsidies betreffen circa 75% van de subsidietoekenningen van de Dienst Welzijn, terwijl hiermee ongeveer 5% van het totale subsidievolume gemoeid is. Structuursubsidies zijn de subsidies aan grotere instellingen en organisa ties, waarbij ook personeel bekostigd wordt. Deze instellingen en organisa ties leveren een bijdrage aan de basis-welzijnsvoorziening van de stad. Het betreft hier de reguliere bijdrage van deze instellingen en organisaties. Subsidie wordt verstrekt op basis van een werkprogramma en begroting waarbij is vastgesteld welke prestaties minimaal geleverd moeten worden op basis van het ter beschikking gestelde budget. Bij de beschikbaarstelling van het budget is tevens bepaald dat in een inhoudelijk en financieel jaarverslag inzicht wordt verstrekt in de geleverde prestaties. Een financiële afrekening achteraf vindt in principe niet plaats. Wel zal de instelling aan moeten geven inhoeverre de overeengekomen prestaties ook inderdaad zijn geleverd. Naast de hiervoor genoemde subsidievormen worden nog toegepast projectsub sidies, investeringssubsidies en garantiesubsidies. Deze subsidies hebben een eenmalig karakter, er worden telkens passende afspraken gemaakt over de wijze van verantwoording en afrekening van deze subsidie. Gezien deze subsidiesystematiek, de ervaringen met het experiment budget subsidie en het feit dat structuursubsidies ongeveer 95% van het subsidie volume welzijn uitmaken hebben wij ervoor gekozen een instrument te ontwikkelen waardoor er op een meer systematische wijze inzicht kan worden verkregen in de prestaties van de grotere instellingen en organisaties. Alle instellingen die betrokken waren bij het experiment budgetsubsidiëring bleken bereid deel te nemen aan een project waarvan het doel was een systeem te ontwikkelen waarmee meer inzicht in de prestaties van de instellingen en de effecten van het gemeentelijk subsidiebeleid kon worden verkregen. Het resulterende project "Kengetallen subsidiebeleid Welzijn" vond plaats in het kader van het meeromvattende gemeentelijke project "streefbeeld output-sturing" dat in de eigen gemeentelijke organisatie het output- en produktgerichtwerken probeert te versterken. Het project werd geleid door de Dienst Welzijn en de uitvoering ervan lag in handen van de Afdeling 6

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 1237