- 9 -
RAADSVOORSTEL vervolg 217
bepalen wijze, in goed overleg met de betrokken instellingen, moeten worden
gevonden binnen het totale subsidiebudget van de Dienst Welzijn. Dit is te
rechtvaardigen vanuit twee overwegingen.
In de eerste plaats zal de invoering van budgetsubsidies en een meer
bedrijfsmatige werkwijze van de instellingen leiden tot efficiency voorde
len.
In de tweede plaats verricht de Afdeling Statistiek en Onderzoek diensten
waarbij ook de instellingen zelf baat hebben, n.l. meer inzicht in de
resultaten van het eigen werk.
Met het gereedkomen van het rapport "Kengetallen Subsidiebeleid Welzijn"
is echter de ontwikkeling van registraties en kengetallen door de vijf
betrokken instellingen nog niet afgerond. Om de voortgang hiervan ook in
1992 te kunnen garanderen zal ondersteuning door de afdeling Statistiek en
Onderzoek noodzakelijk zijn. Zou hier van afgezien worden dan dreigt het
ontwikkelingsproces ernstig verstoord te worden.
De door de afdeling Statistiek en Onderzoek te verrichten werkzaamheden
hebben betrekking op de volgende zaken:
1. Nadere ontwikkeling en uitvoering van het gebruikersonderzoek bij de
vijf betrokken instellingen.
2. Automatisering van registratiesystemen bij de vijf betrokken instellin
gen.
3. Nadere opzet en uitwerking van de registratie bij Stichting Vertizontaal
en Stichting Ouderenwerk Breda.
4. Ontwikkeling, c.q. vaststellen van relevante streefcijfers voor de
prestaties van de vijf betrokken instellingen.
5. Coördinatie van de rapportage van de kengetallen over 1992 van de vijf
instellingen.
6. Voeren van overleg met de instellingen en de gemeente Breda over
bovenstaande vijf punten.
Volgens een raming van de afdeling Statistiek en Onderzoek zijn met
bovenstaande activiteiten 825 uur gemoeid, waarmee de totale kosten
49.500 bedragen. Wij stellen u voor deze kosten ten laste te brengen van de
Budgetegalisatiereserve (BER) van de Dienst Welzijn. Hierbij dient bedacht
te worden dat de Budgetegalisatiereserve van de Dienst Welzijn voor een
belangrijk deel is opgebouwd uit resterende subsidiegelden uit voorgaande
jaren.
Doelmatigheidstoets
Met de geleidelijk invoering van een systeem van kengetallen zal er meer
inzicht verworden worden in de prestaties van de instellingen en de
effecten van het gevoerde gemeentelijke subsidiebeleid. Gegevens in
opeenvolgende jaren vastgelegd beschrijven in kwantitatieve termen de
ontwikkeling van het werk van de instellingen en het beleid van de gemeen
te. Met een beschrijving kan echter niet worden volstaan. Van tijd tot tijd
zullen de gegevens ook aan een analyse moeten worden onderworpen om tot een
inhoudelijke beoordeling te kunnen komen. Zijn de gemeentelijke beleids
doelstellingen actueel en goed geoperationaliseerd in prestatieafspraken
met de instellingen. Doet de instelling het goed, bijvoorbeeld in relatie
tot vergelijkbare instellingen elders? Is de kostenstructuur gezond? Zijn
de maatschappelijke effecten van de werkzaamheden in overeenstemming met de
9