- 16 - d. Indien de behandeling van een aanvraag tot het ver krijgen van een bouwvergunning leidt tot een niet- ontvankelijkverklaring van de aanvraag, wordt in afwijking van het eerste lid aan leges geheven 1/8 deel van hetgeen op grond van lid 1, sub b., aan leges verschuldigd is met een minimum van 50, e. Indien de behandeling van een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning leidt tot wei gering van de gevraagde vergunning, wordt in afwij king van het eerste lid aan leges geheven 100, in voorkomende gevallen vermeerderd met het bedrag dat op grond van het bepaalde onder de leden 5, 10, 11 en 12 verschuldigd is. 9. De leges bedragen ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het onttrekken van een woning aan het woningbestand als bedoeld in artikel 56 van de Woningwet 1962 100, 10. Indien een bouwvergunning alleen kan worden afgegeven na herziening c.q. wijziging van het bestemmingsplan, worden de overeenkomstig het eerste lid verschuldigde leges verhoogd met 8,58 °/oo van de begrote kosten voorzover deze het bedrag van 250.000,niet overschrijden. Wordt genoemd bedrag overschreden dan wordt over de overschrijding 5,36 °/oo geheven. Deze verhoging kan niet minder bedragen dan 800, en niet meer dan 100.000, 11. In geval een bouwvergunning alleen kan worden verleend met toepassing van artikel 11, 17, 18, 18a, 19 of 19a van de Wet op de ruimtelijke ordening en/of artikel 50, lid 6, van de Woning wet, worden de overeenkomstig het eerste lid verschuldigde leges verhoogd met 5,36 °/oo van de begrote kosten met dien verstande dat deze verhoging niet minder kan bedragen dan 100, en niet meer dan 50.000, 12. Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, al dan niet in combinatie met artikel 50, lid 6, van de Woningwet, wordt het overeenkomstig het eerste lid berekende bedrag verhoogd met het bedrag aan leges ingevolge de provinciale legesverordening zoals dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is mede gedeeld en blijkt uit een begroting die ter zake door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld. Voor de toepassing van de vorige volzin geldt als dag van in behandeling nemen de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van het bedrag aan leges ingevolge de provinciale legesverordening, aan de aanvrager ter kennis is gebracht. 13. Indien de aanvraag betrekking heeft op een werk waarvoor een aanlegvergunning moet worden ver leend met toepassing van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, al dan niet in combinatie met artikel 46, lid 8, van die wet, wordt het overeenkomstig het derde lid berekende bedrag verhoogd met het bedrag aan leges ingevolge de provinciale legesverordening zoals dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is medegedeeld en blijkt uit een be groting die ter zake door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld. Voor de toepassing

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 1287