12
4 Bestuursvergaderingen
Artikel 30
1. De voorzitter bepaalt de plaats en de tijdstippen der vergaderingen van
het algemeen bestuur, welke tenminste éénmaal in elk kalenderkwartaal
worden gehouden, tenzij de stand der agenda het beleggen van een
vergadering niet noodzakelijk maakt. Het algemeen bestuur vergadert
echter altijd minimaal tweemaal per jaar. De vergaderingen zijn
openbaar. De deuren worden gesloten wanneer een vijfde deel van de
leden daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt. Het algemeen
bestuur beslist vervolgens of met gesloten deuren wordt vergaderd.
2. Wanneer zulks door tenminste drie leden schriftelijk en met opgaaf van
redenen wordt gevraagd, wordt binnen vier weken na de dag der ontvangst
door de voorzitter een vergadering belegd.
3. De leden worden tenminste acht dagen tevoren met gelijktijdige
toezending van de agenda schriftelijk door de voorzitter ter
vergadering opgeroepen.
4. Het lid dat verhinderd is de vergadering bij te wonen, geeft daarvan zo
spoedig mogelijk kennis aan de voorzitter.
5. Wanneer de vergadering voltallig is, kan ook over niet op de agenda
vermelde punten worden beraadslaagd en een besluit worden genomen.
Artikel 31
1. De voorzitter leidt de vergaderingen van het algemeen bestuur.
2. Bij afwezigheid van de voorzitter leidt de plaatsvervangend voorzitter
de vergadering, daartoe door het dagelijks bestuur aangewezen.
3. Van elke vergadering worden notulen opgemaakt, welke in de volgende
vergadering worden vastgesteld.
Artikel 32
1. Het algemeen bestuur is tot het nemen van besluiten niet bevoegd,
indien niet tenminste de helft der leden ter vergadering aanwezig is.
2. Stemming over zaken geschiedt mondeling en bij hoofdelijke oproeping,
stemming bij het kiezen van personen geschiedt bij gesloten en
ongetekende briefjes. Indien bij het nemen van een besluit door geen
der leden stemming wordt gevraagd, wordt het voorstel geacht te zijn
aangenomen.
3. Voor het tot stand komen van een besluit bij stemming wordt de
volstrekte meerderheid vereist van de leden, die aan de stemming hebben
deelgenomen. Bij het doen van keuzen van personen worden leden, die
blanco briefjes ingeleverd hebben, voor de toepassing van deze bepaling
geacht niet aan de stemming te hebben deelgenomen.
4. Bij staking van stemmen over personen beslist na herstemming terstond
het lot; bij staking van stemmen over zaken wordt het nemen van een
besluit uitgesteld tot de eerstvolgende vergadering, waarin bij staking
van stemmen het voorstel geacht wordt niet te zijn aangenomen.