3 ten aanzien van alleen de deelnemende lichamen (bijvoorbeeld inzake zeggenschap) dan wordt expliciet gesproken van 'deelnemende lichamen' (zie artt. 38, 40 en 41). Wanneer daarentegen sprake is van 'een rechtspersoon' wordt bedoeld: een civielrechtelijke rechtspersoon. Indien deze rechtspersoon voldoet aan de gestelde voorwaarden gesteld in artikel 5, lid 1, sub a kan het personeel als deelnemer worden toegelaten. Dit onderscheid in terminologie is aangebracht om verwarring te voorkomen en is in de regeling consequent doorgevoerd. Verder wordt een tweetal nieuwe begrippen omschreven, namelijk 'VNG' en 'provincie' en is een aantal begrippen verdwenen. Dit laatste houdt verband met het feit dat bij een vorige wijziging van de IZA-regeling de bepalingen waarin deze begrippen aan de orde kwamen, alsmede de omschrijving ervan, zijn overgeheveld naar het Reglement Ziektekostenvoorziening. De naam en de doelstelling (art. 2 en 3) De doelstelling is uitgebreid van louter financiële tegemoetkomingen ('uitkering te verlenen') met andere voorzieningen in ziektezorg (bijvoorbeeld in natura), teneinde het aspect 'zorgverzekering' overeenkomstig de huidige opvattingen beter tot zijn recht te laten komen. Dit verklaart de uitbreiding in artikel 3, leden 2 en 3 'anderszins te voorzien in ziektezorg' en 'andere voorzieningen in ziektezorg') en de daarmee verband houdende bepalingen (zie de artikelen 9, lid 2 en 10 lid 5). Het verklaart tevens de gewijzigde naam, namelijk Instituut Zorgverzekering Ambtenaren Nederland. Deelnemerschap (art. 4 tot en met 9) Artikel 5. lid 1, sub a Artikel 5, lid 1, sub a regelt dat toelating mogelijk is van het personeel dat werkzaam is in een (privaatrechtelijke of publiekrechtelijke) betrekking bij lichamen publiekrechtelijke rechtspersonen), dan wel in een (privaatrechtelij ke) betrekking bij rechtspersonen civielrechtelijke rechtspersonen) als bedoeld in de artikelen B2 en B3 van de ABP-wet. Met andere woorden: de bepaling regelt toelating van alle personeel werkzaam bij lichamen c.q. rechtspersonen op wier beleid de overheid een zo grote invloed uitoefent dat zij als publiekrechtelijk worden beschouwd Bl-lichaam in de zin van de ABP-wet), dan wel dat de overheid een iets minder vergaande invloed heeft, maar toch nog zo groot dat de rechtspersoon is aangemerkt als B2 of B3 in de zin van de ABP-wet. Ten opzichte van artikel 4, lid 1, van de huidige IZA-regeling (met inbegrip van de meest recente wijziging) is nieuw de toevoeging: B2. Dit betreft instellingen voor bijzonder onderwijs. Verder is in de tekst de zinsnede: "voor zover deze lichamen mede èen gemeentelijk belang dienen" geschrapt. De bepaling is met het oog op de toekomst flexibeler geformuleerd. Aangezien het hier echter geen verplichting maar een bevoegdheid van het Algemeen Bestuur tot toelating betreft, waaraan bovendien door het Algemeen Bestuur voorwaarden verbonden kunnen worden, zal er de facto geen wijziging in het toelatingsbeleid optreden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 1356