Artikel 6 De kredietaanvraag 1. Een aanvraag tot het verstrekken van een krediet of het verlenen van diensten met betrekking tot schuldhulpverlening wordt ingediend ten kantore van de bank, danwel via daartoe door een gemeente, waarmee een samenwerkingsovereenkomst is gesloten, aangewezen personen of instellingen 2. Deze aanvragen dienen te worden vastgelegd op een daartoe strekkend formulier 3. De aanvrager is verplicht bij de aanvraag alle inlichtingen te verstrekken en gevraagde bescheiden te overleggen, welke in het belang van een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk zijn. 4. Indien de aanvrager niet alle gevraagde bescheiden heeft overgelegd dan wel niet alle gevraagde inlichtingen heeft verstrekt stelt de directeur de betrokkene in de gelegenheid om de gevraagde inlichtin gen en/of bescheiden alsnog binnen veertien dagen te verstrekken respectievelijk over te leggen. 5. Indien de in het vierde lid genoemde termijn ongebruikt verstrijkt wordt de aanvraag buiten behandeling gelaten. De directeur van de bank doet hiervan mededeling aan de indiener van de aanvraag. Artikel 7 Beslissing 1. Burgemeester en wethouders beslissen op de aanvraag zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een maand nadat de aanvraag is ingediend, danwel nadat alle door hen gevraagde bescheiden en inlichtingen zijn ontvangen respectievelijk zijn verstrekt. 2. De beslissing tot weigering van een krediet respectievelijk van medewerking aan een schuldregeling wordt schriftelijk en met redenen omkleed aan de aanvrager meegedeeld. 3. Burgemeester en wethouders kunnen de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen als bedoeld in het eerste en tweede lid onder behoud van hun verantwoordelijkheid opdragen aan ambtenaren van de Gemeen telijke Sociale Dienst. Artikel 8 1. De bank dient, alvorens een krediet te verstrekken, te beschikken over genoegzame, andere dan mondelinge, inlichtingen met betrekking tot de kredietwaardigheid van de aanvrager. De bank houdt aanteke ning van deze inlichtingen in zijn administratie. 2. De bank dient, alvorens een krediet gegeven wordt, bij het Bureau Krediet-Registratie te Tiel en/of haar rechtsopvolger, de daar geregistreerde gegevens van de aanvrager op te vragen. De bank houdt aantekening van deze gegevens in zijn administratie. Artikel 9 1. Van elke kredietovereenkomst wordt een onderhandse akte opgemaakt waarin tenminste wordt vermeld: a. de naam en het adres van ieder der partijen; b. de kredietsom in cijfers en in letterschrift; c. het totaalbedrag van de kredietvergoeding, voorzover het niet betreft een doorlopend krediet of een krediet waarbij de kredietvergoeding variabel is; d. het effectieve kredietvergoedingspercentage op jaarbasis,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 1368